Volgens een studie van UCLouvain zou de opkomst van bio in de Waalse landbouw de sector redden. Bovendien zouden de kosten voor milieuschade beperkt worden tot 672 miljoen tegen 1,4 miljard vandaag.
Een verschuiving naar een Waals landbouwmodel met minder chemische inputs, meer extensieve veeteelt en meer gefocust op de lokale markten, is economisch gezien haalbaar. Volgens de studie van professor Philippe Baret (UCLouvain) in opdracht van de Waalse milieuminister Carlo Di Antonio levert het bovendien veel maatschappelijke voordelen op. Deze studie, die werd uitgevoerd ter gelegenheid van de Landbouwbeurs van Libramont, onderzocht hoe de landbouwsector zijn productie hoog kan houden en gelijktijdig zijn milieudruk kan verkleinen bij een gelijk blijvende tewerkstelling in de agrovoedingsketen.
Het bevordert twee mogelijke langetermijntrajecten voor de Waalse landbouw:
Het eerste scenario uit de studie trekt de trends van de voorbije tien jaar door naar de toekomst, zonder veel koersverandering. In dat geval waarin vooral gekozen wordt voor 'business as usual' verkleint het landbouwareaal met 172.200 hectare richting 2050, daalt de rundveestapel en verdwijnt er bijgevolg grasland. Het aandeel bio stijgt van 11 naar 15 procent van het Waalse landbouwareaal.
Het ‘transitiescenario’ dat professor Baret doorrekende richting 2050 vrijwaart het landbouwareaal en reserveert 40 procent daarvan voor de biosector. Dat zorgt voor een grote reductie (-44%) van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De professor benadrukt dat dit geen afbreuk doet aan de voedselzekerheid want de Waalse landbouw kan op die manier nog altijd genoeg voedsel produceren voor alle Walen en Brusselaars. Bovendien creëert de overstap naar een landbouwmodel dat minder afhankelijk is van (chemische) inputs 8 procent extra tewerkstelling in vergelijking met het business-as-usualscenario. Het inkomen van de boeren zou minder afhankelijk worden van de internationale markt.
Milieukost: -643 miljoen versus + 148 miljoen
Ten slotte vermindert het scenario met lage input ook de milieuschade en maatschappelijke kosten. "Vandaag overtreffen de milieukosten van de landbouw de toegevoegde waarde van de landbouw", zegt Philippe Baret. Volgens zijn berekeningen vertegenwoordigt de bruto toegevoegde waarde van de sector 807 miljoen euro. De milieuschade wordt geschat op 1.449 miljard euro. Dit omvat de schade aan lucht, klimaat, water en de verschraling van onze bodems en omvatten ook kosten buiten de Waalse grenzen. Kortom, na het tellen van de milieukosten daalt de toegevoegde waarde (netto) in het rood tot min 643 miljoen.
Omgekeerd zou de opkomst van bio een toegevoegde waarde van 818 miljoen euro betekenen. De milieukosten zouden met meer dan de helft verminderen tot 672 miljoen euro dankzij een daling van het gebruik van chemicaliën. Deze modelwijziging zou de netto toegevoegde waarde op 148 miljoen euro brengen.
"Het is duidelijk dat we niet naïef mogen zijn", zo besluit Baret. "De transitie naar biologische landbouw vereist een brede publieke steun tijdens de overgangsperiode. Om het gebruik van chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen in 2050 te halveren, moet tweederde van de inspanningen tegen 2030 worden geleverd."
Bron: La Dernière Heure via BioForum