De EU-wetgeving voor het kopergehalte in biggenvoer gaat veranderen, waardoor biologische varkenshouders minder koper mogen voeren aan gespeende biggen. Dit kan andere overgangsmomenten naar de volgende voersoort als gevolg hebben. Albert Schoterman, nutritionist bij Agrifirm, legt uit wat dit voor biologische varkenshouders betekent.
Op dit moment mag biggenvoer tot 12 weken leeftijd een hoger aandeel koper bevatten. Dat gaat veranderen. De nieuwe wetgeving schrijft het volgende voor:
- Tot en met 4 weken na het spenen: maximaal 150 mg koper in het voer.
- Tot en met 8 weken na het spenen: maximaal 100 mg koper in het voer.
- Vanaf 9 weken na spenen: maximaal 25 mg koper in het voer, wat gelijk is aan het oude gehalte.
Let op: eerder schakelen
Biologische zeugenhouders hebben het voordeel dat biggen spenen op de leeftijd van 6 weken, waardoor de biggen een hoger koperaandeel in het biggenvoer mogen hebben tot en met 10 weken leeftijd. Daarna dienen de gespeende biggen om te schakelen naar een tussenvoer met 100 mg koper of direct op een startvoer over te gaan met laag koper. Dit betekent dat de schakelmomenten niet altijd samenvallen met de traditionele schakelmomenten.
Voor meer informatie: www.agrifirm.nl
Bron: Agrifirm