Een akkoord over oneerlijke handelspraktijken (UTP's) werd tijdens een ontmoeting die net voor de kerst gepland stond bereikt. De Europese Commissie had in april een voorstel ingediend voor een richtlijn over oneerlijke handelspraktijken in business-to-business relaties in de voedingsketen.
Jan Plagge - van IFOAM EU en voorzitter van Bioland, de grootste bio-teelt organisatie in Duitsland - verwelkomde deze richtlijn en het sterke politieke commitment naar het zoeken naar een verbetering van de positie van zwakkere spelers tegen UTP's. Hij voegde toe dat 'een minimale standaard op Europees niveau nodig was in deze UTP's' en hoopte dat 'een adequate samenwerking tussen lidstaten ervoor kan zorgen dat deze richtlijn adequaat uitgevoerd kan worden'.
Eduardo Cuoco, van IFOAM EU, stelde dat: 'het aanpakken van UTP's een prioriteit in IFOAM EU's visie voor 2030 is met z'n steunpilaar 'fair play fair pay' die het belang van waarde en kracht die gelijkwaardig verdeeld worden door de voedingsketen benadrukt'. Hij verwelkomde de richtlijn en vooral ook 'elementen die de toenemende bescherming van kwetsbare leveranciers garandeert zoals de uitbreiding van de ruimte naar meer spelers in de voedingsketen dan verwacht in het aanvankelijke voorstel van de Commissie, de toevoeging van 8 extra UTP's zoals de mogelijkheid voor leveranciers om naar geschreven contracten te vragen en maatregelen tegen het misbruik van vertrouwelijke gegevens door kopers en de verlenging van het recht om te klagen over non-profit organisaties.'
Tenslotte verwelkomt IFOAM EU het feit dat er een herzieningsclausule inbegrepen is daar deze richtlijn slechts een eerste stap is naar de aanpak van oneerlijke handelspraktijken in de voedingsketen. Voor IFOAM EU zal het belangrijk zijn dat de Commissie een evaluatie uitvoert die voornamelijk zal focussen op de de situatie van de meest kwetsbare spelers en of die verbeterd is sinds het ingaan van de richtlijn en of de samenwerking van de lidstaten effectief is.