Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Hoe gaat De Tolakker (winnaar Agroscoopbokaal 2018) te werk?

Duurzaam meer melk uit ruwvoer produceren

Goed ruwvoer is de basis voor de hoge én gezonde melkproductie op het biologische melkveebedrijf De Tolakker in Utrecht. Met een productie van 19,0 kg meetmelk uit ruwvoer/koe/dag bij een 365-dagen-productie van 10.823 kg melk is De Tolakker winnaar van de Reudink Agroscoopbokaal 2018.

Rundveestal De Tolakker is een biologisch melkveebedrijf met 70 melkkoeien en tevens het onderwijsbedrijf van de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. Met Reudink werken ze aan het ideale rantsoen voor de melkkoeien, waarbij kwalitatief goed ruwvoer de basis is. Met secure bemesting, een uitgekiend maai-, oogst- en weideprotocol en goed in- en uitkuilmanagement halen zij zo veel mogelijk melk uit eigen ruwvoer. Daarnaast werken ze zeer gedreven én volgens vaste protocollen aan een goede hygiëne en dierverzorging.

Het team van De Tolakker.

Juiste timing

Jorn Vernooij, Hoofd Veterinaire Algemene Dienst, richt zich 100% op de voederwinning van 150 hectare gras-, 11 hectare maïs- en 9 hectare grasland met erwten. Van het areaal is 70 hectare biologische teelt. "Door focus , kennis én de juiste timing realiseren wij een hoge ruwvoerkwaliteit. Ik werk daarbij heel nauw samen met de loonwerker en ook dát is bepalend voor het succes", stelt Jorn. "Binnenkort starten we met het maaien van het grasland waar we erwten doorheen hebben gezaaid voor een hogere eiwitopbrengst. Het oogstmoment bepalen we heel secuur: nét voordat de erwten uit de peul scheuren. Dan is de opbrengst het hoogst en blijven ze in de schil. Wij harken het maaisel voorzichtig bij elkaar, waarna de loonwerker de erwten met de hakselaar iets kneust. Zo kan de koe de erwt beter benutten."

Er bovenop zitten

Als bemesting van het grasland met erwten gebruiken ze alleen vaste mest omdat erwten minder stikstof uit mest nodig hebben. Voor de bemesting van het maisland gebruiken ze ook drijfmest. "We zaaien al jaren het maïsras Ronaldinho. Dit ras start goed op, groeit vlot door, is middelvroeg rijp en kent weinig bladvlekziekte", legt Jorn uit. "Heel belangrijk is om het perceel onkruidvrij te houden. Wij doen dit door het te wiedeggen. Voor de biologische teelt betekent dit dat je er bovenop moet zitten en juist daar haal ik veel voldoening uit."

Laag celgetal

Behalve de focus op een uitstekende ruwvoerkwaliteit is ook de dierverzorging volgens vaste protocollen en goede hygiëne onderdeel van het succes op De Tolakker. Samen met haar team zorgt Leonie de Jongh-Vernooij voor de 70 melkkoeien en het jongvee op biologisch melkveebedrijf De Tolakker. Daarnaast geven ze dagelijks onderwijs aan de studenten van de Veterinaire Faculteit. Met zo veel veterinaire kennis is het niet vreemd dat de gezondheid van de dieren hoog in het vaandel staat op het biologische melkveebedrijf. "Alleen gezonde koeien die goed vreten, kunnen een hoge melkproductie op verantwoorde wijze volhouden", is de overtuiging van Leonie. En dat het wel snor zit met de uiergezondheid blijkt wel uit het feit dat het celgetal regelmatig lager ligt dan de BSK.

Werken volgens protocol

De werkzaamheden voeren ze zo veel mogelijk op vaste dagen en momenten uit. Om 7.30 uur jagen ze de koeien op en maken ze de ligboxen schoon. Op maandag worden deze standaard opnieuw ingestrooid met strooisel en kalk. Dagelijks maken ze de waterbakken schoon en halen ze de voergoten leeg voordat ze nieuw voer aanschuiven. Om de twee weken krijgen de koeien een preventief voetbad en één keer per jaar komt de klauwbekapper. Tussendoor werken ze zelf de klauwen bij als dat nodig is.

"Ook het melken doen we volgens een vast protocol in een 2x6 visgraat-melkstal", vertelt Leonie. "We melken met handschoenen, schort om en schone melkapparatuur. Na 2500 melkingen vervangen we de tepelvoering van de melkstellen. We scheren de uiers zodat er weinig vuil in blijft hangen. Vóór het melken maken we de uiers schoon met een vochtig voorbehandeldoekje (elke koe een apart doekje) en de spenen worden nauwkeurig gedipt. Na het melken spoelen we detepelbekers van het melkstel schoon met Airwash. We melken driemaal daags, waarbij we de ochtend- en middagmelking zelf doen. Studenten doen de avondmelking. Doordat er veel verschillende personen melken is een vast melkprotocol zeer belangrijk. Mijn ervaring is dat het opstellen van een melkprotocol zorgt voor bewustwording van je handelen."

Bekijk hier het melkprotocol van De Tolakker.

Observeren en direct handelen

"We kijken daarnaast goed naar het gedrag en uiterlijk van de dieren. Mest, pensvulling, herkauwactiviteit, attentielijsten. Als we een afwijking constateren handelen we direct. Bij een vermoeden van uierontsteking nemen we een melkmonster. We controleren op ketonlichamen als we verschijnselen van slepende melkziekte waarnemen of op calcium bij vermoeden van melkziekte. Natuurlijk helpt het wel dat we dankzij de studenten veel waarnemers in de stal hebben", geeft Leonie toe. "Maar vooral het snel handelen en niet afwachten is de basis voor een goede gezondheid en productie."

Transitiemanagement

De transitieperiode is de fase waarin 80% van de problemen ontstaat. Het juiste rantsoen, goed management en scherpe waarneming is dan cruciaal. Leonie geeft aan hoe ze dat op De Tolakker aanpakken: "Zeven weken voor afkalfdatum zetten we de koeien droog. Afhankelijk van de hoeveelheid melk die ze dan nog geven gaat dit in één keer of geleidelijk door vooraf al enkele melkingen over te slaan. De droge koeien gaan in de potstal en krijgen het drogekoeienrantsoen. Dit is gras van de 2e of 3e snede van land dat niet bemest is. Het kaliumgehalte van deze balen mag niet te hoog zijn. Daarnaast krijgen de koeien droogstandsmineralen en 200 gram soja per dag voor juiste dekking van de eiwitbehoefte (afhankelijk van het eiwitgehalte in het kuilgras). Na afkalven leggen we het kalf meteen tussen het voer in het voerrek. De koe likt het kalf dan schoon en gaat direct vreten, wat belangrijk is voor een vlotte opstart. We geven extra emmers water, omdat de koe uit zichzelf vaak onvoldoende water drinkt. Het kalf gaat daarna in een schone iglo. Als de koe na afkalven fit is mag ze de volgende dag bij de verse koeien. De verse koeien krijgen het basisrantsoen aan ruwvoer. De krachtvoergift bouwen we in dertig dagen op naar 10 kilogram per koe per dag." Per 100 kilogram meetmelk voeren we gemiddeld 16,0 kilogram krachtvoer. De totale melkgift zit op 34,5 liter per dag.

Agroscoopbokaal

Met deze klinkende cijfers en de hoge productie van 19,0 kilogram meetmelk uit ruwvoer per koe per dag is De Tolakker de winnaar van de Reudink Agroscoopbokaal 2018. Op donderdag 17 mei kreeg het team deze prijs uit handen van Yvon Jaspers overhandigd.

Voor meer informatie: www.reudink-bio.eu
Publicatiedatum: