Koen Lipman is met zijn vader Henny Lipman in Hellendoorn een biologische varkenshouderij gestart. Na een omschakelingsperiode van 6 maanden heeft Maatschap Lipman onlangs een biologisch certificaat ontvangen voor de zeugen op het bedrijf. Wat was de reden om voor biologisch te kiezen en hoe verliep de omschakeling?
"Wij staan helemaal achter de biologische varkenshouderij en deze manier van werken past veel beter bij ons dan een grootschalige bedrijfsvoering”, vertelt Koen Lipman aan de telefoon. “En aan de 130 biologische zeugen die nu in onze stal staan, hebben we onze handen vol”, vervolgt hij. “De biologische manier van werken kost meer arbeid per zeug."
Niet over één nacht ijs
De Lipmans hebben zich grondig voorbereid op de omschakeling naar biologisch. Zo bekeken Koen Lipman en zijn vader de stallen van vijftien andere biologische varkenshouders. Dat zijn bedrijven van bekenden, maar ook bedrijven waar ze mee in contact komen via vertegenwoordigers. “Iedereen werkt op een andere manier en de omstandigheden zijn op iedere locatie net weer even anders. Geen stal is dus hetzelfde”. Wat volgt is een zoektocht van vier jaar naar een geschikte locatie voor een nieuw biologisch bedrijf. “We werkten in die tijd voor verschillende locaties concepten uit en keken of de plannen pasten binnen de mogelijkheden van de locatie”, licht Lipman toe.Verbouwing
De boerderij die ze uiteindelijk geschikt bevinden voor het nieuwe bedrijf ondergaat een totale verbouwing. “Voor het houden van biologische varkens moet je best veel doen. Het was gewoon een enorme klus”. De informatie over biologische regelgeving vindt Lipman soms niet duidelijk. “Je wordt pas gecontroleerd als je alles geregeld hebt. Terwijl je tijdens de bouw soms knopen door moet hakken waarbij het niet helemaal helder is hoe je dit volgens de regels moet doen. Dat maakte het proces soms zwaar. Het zou fijn zijn om tijdens zo`n ingrijpende verbouwing een contactmoment te hebben, om advies te vragen en na te gaan of alles volgens de regels gaat."Toelatingsinspectie
De grond die bij de nieuwe locatie hoort meldt Lipman meteen aan bij Skal. Tijdens de verhuizing en verbouwing ligt het houden van varkens een half jaar stil. Zodra de stallen af zijn komen er 130 zeugen en ook deze worden aangemeld bij Skal. Anders dan vaak het geval is, zijn de dieren dus eerder gecertificeerd dan de grond, die nu in het tweede jaar van omschakeling is.Toen de stal af was en de zeugen onder dak stonden is de inspecteur van Skal geweest. “Hij heeft de boel nagemeten. Ook keek hij hoe de zeugen erbij lagen, of ze voldoende strooisel hadden en of er voldoende daglicht in de stal was”.