Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Opiniestuk Bert van Ruitenbeek, Stichting Demeter, over kopergebruik:

"We moeten eten wat de aarde schaft"

Bert van Ruitenbeek, directeur Stichting Demeter, geeft in het onderstaande opiniestuk de visie van de stichting op kopergebruik in de aardappelteelt.
De stichting is van mening dat de inzet van koper bij phytophthora kortzichtig is. "Het gaat om het ontwikkelen van een gezonde toekomstgerichte landbouwcultuur waarbij de boer en consument de dragers zijn van een systeem dat afgestemd is op instandhouding van de natuurlijke bronnen. Een eendimensionale economische attitude in het kader van landbouw is onnatuurlijk en daarmee per definitie onhoudbaar."

Inzet koper bij phytophthora is kortzichtig
We moeten eten wat de aarde schaft
Voedsel verbouwen in deze tijden van klimaatsverandering is een steeds grotere uitdaging. Langzaam daalt het besef in dat het nooit meer wordt zoals tot enkele decennia hiervoor. Weersextremen nemen toe. Wat is het antwoord? Meer middelen inzetten in tijden van ziekten en plagen zoals onlangs bij enkele aardappeltelers in de bio-sector met koperoxichloride tegen phytophthora? Of juist oplossingen zoeken in het systeem, de veerkracht bevorderen en zorgen dat de hele keten meebeweegt op de mogelijkheden die klimaat en bodem wel bieden?

Het telen van gezonde voedingsgewassen kan niet zonder grote zorg voor bodem en landschap. Vanuit de bio-dynamische landbouw staat bodemvruchtbaarheid al sinds jaar en dag met stip bovenaan. Het stimuleren van het bodemleven via een ruime vruchtwisseling, het gebruik van groenbemesters, composteren en in lage doseringen toepassen van meststoffen en het gebruik van bio-dynamische preparaten vormt de basis waarvan uit ziekten en plagen worden voorkomen of beheerst. Maar hoeveel aardappel – en ziektedruk - kan een landschap aan? Als de rassenkeuzes van de boer eenzijdig bepaald worden door een markt die niet wil meebewegen dan kom je automatisch in het controlemodel terecht. De weersextremen doen daar een schepje bovenop. Prima als Albert Heijn gaat controleren op kopersporen, maar dan ook samen optrekken richting resistente rassen en wellicht zelfs verschuiving van aanbod. Gelukkig valt wat gezond is voor de mens (onder andere minder vlees, gevarieerder en meer peulvruchten) samen met wat goed is voor onze bodems. De gezondheid van onze bodem is ons toekomstkapitaal.


Bert van Ruitenbeek.

Het vitale belang van een rijk bodemleven wordt nu ook ontdekt door de industrie, die ziet dat een overgang van bestrijding via chemie naar beheersing via de microbiologie maatschappelijk gezien noodzakelijk is. Een belangrijke ontwikkeling met daarbij aangetekend dat ook hier veelal via de reductionistische weg naar de heilige graal wordt gezocht, terwijl het de vraag is of 'bodemvaccins' gevonden kunnen worden, omdat het bodemleven duizelingwekkend complex en plaatsgebonden is. Minder laboratoriumwerk en meer participatief onderzoek tussen wetenschappers en boeren die door ervaring geschoold zijn in het waarnemen van levensprocessen, is hierbij wenselijk. Hier liggen mogelijkheden voor meer samenwerking tussen Wageningse onderzoekers en onderzoekers van het Louis Bolk Instituut waar al veel ervaring is opgedaan met participatief onderzoek.

Ons huidige marktmodel put niet alleen onze bodems, maar ook onze boeren en tuinders mentaal en financieel uit. En daarmee bijt het huidige systeem zich uiteindelijk in de eigen staart. We moeten eten wat de aarde schaft en ons primair op de regionale markt richten. Klimaatbestendig boeren, gericht op veerkracht, diversiteit en bodemvruchtbaarheid zal veel creativiteit vragen en nieuw denken. Om te zorgen dat onze bodems gezond voedsel leveren en tegelijk bijdragen aan oplossingen voor de klimaatproblematiek door minder fossiele brandstoffen te gebruiken en meer CO2 op te slaan in de bodems.

Van de bio-sector mag worden verwacht dat ze hier een voortrekkersfunctie in zal vervullen. Dat is de reden voor ons pleidooi voor een koperverbod in de aardappelteelt in de bio-sector en waarom Demeter, als keurmerk voor bio-dynamische landbouw en voeding dat verbod al in haar normen heeft opgenomen. Maar ook de handel en de retail moeten in beweging komen. Het bedrijfsmodel van de boer kan niet uitgaan van 100% oogsten. Via verzekeringen zullen we het ook niet redden, premies worden op termijn onbetaalbaar. Daarom is meebewegen en verantwoordelijkheid dragen van de hele keten van boer, handel, winkeliers en consument met wat goed is voor de boer en de bodem noodzakelijk. Met acties in de winkels bij overvloedige oogsten, met het nemen van verliezen bij mislukte oogsten, met de introductie en promotie van nieuwe resistente rassen en van nieuwe producten die goed passen bij een ruime vruchtwisseling op het land. De eerste initiatieven in de ketens van biologische speciaalzaken zijn zichtbaar, maar dit vraagt een structurele en langjarige aanpak voor uiteindelijk de hele handel en retail.

Het gaat om het ontwikkelen van een gezonde toekomstgerichte landbouwcultuur waarbij de boer en consument de dragers zijn van een systeem dat afgestemd is op instandhouding van de natuurlijke bronnen. Een eendimensionale economische attitude in het kader van landbouw is onnatuurlijk en daarmee per definitie onhoudbaar.

Bert van Ruitenbeek, directeur Stichting Demeter
Publicatiedatum: