Het project beoogt om bodemweerbaarheid te verhogen met behulp van organisch materiaal uit reststromen.
Organische stof is de belangrijke motor voor het bodemleven en eerder onderzoek heeft aangetoond dat bodemgezondheid en bodemweerbaarheid gestimuleerd worden door toevoeging van organische materialen, zoals compost, verenmeel, organische mest of plantenresten. Het effect is echter afhankelijk van het type organische stof, aanwezige pathogenen en grondsoort.
De vraag welke eigenschappen van organische stof cruciale bijdragen leveren aan bodemweerbaarheid zal met gecombineerd veld- en labonderzoek worden beantwoord. Met deze combinatie wil de PPS een bijdrage leveren aan een goede en snelle vertaling van wetenschappelijke kennis naar toepassing in de praktijk.
In het onderzoek zullen kwaliteitscriteria worden gedefinieerd voor organische materialen die aangeven in welke mate ze een bijdrage leveren aan de weerbaarheid van de bodem. Door een integrale analyse van alle data worden biologische bodemindicatoren in relatie tot bodemweerbaarheid geïdentificeerd.
Verdere verduurzaming
De resultaten van deze privaat-publieke samenwerking maken het mogelijk om reststromen uit de landbouw en voedingsmiddelenindustrie beter te benutten en te verwaarden en dragen bij aan het sluiten van kringlopen. Aan de teeltkant biedt het onderzoek verschillende mogelijkheden voor verdere verduurzaming. Zo kunnen in de reguliere teelt gewassen dankzij de extra organische stof met een lagere chemische input van gewasbescherming en kunstmest geteeld worden. Een hogere bodemweerbaarheid biedt ook een alternatief voor chemische grondontsmetting. Toepassing van organische (rest)materialen draagt tevens bij aan een algehele versterking van de bodemkwaliteit op aspecten zoals vochthuishouding, mineralen leveren, bodemstructuur en het verlagen van emissies naar omgeving dankzij vermindering van de uitspoeling.Partners
Bij de PPS voor het verbeteren van bodemweerbaarheid door gebruik van organisch materiaal uit reststromen is een groot aantal partners en financiers betrokken: TKI AgriFood, Brancheorganisatie Akkerbouw, Eurofins agro, Nutriënten Management Instituut NMI B.V., Darling International International Holding B.V, ECOstyle B.V., Vereniging Afvalbedrijven (VA), Branche Vereniging Organische Reststoffen (BVOR), C4C Holding B.V., van Iperen B.V., PH Petersen Saatzucht Lundsgaard GmbH, Waterschap Vallei en Veluwe, Rijkswaterstaat (RWS), Centre for Soil Ecology en Wageningen UROnderzoekers van Wageningen UR van verschillende disciplines leveren een bijdrage aan het onderzoek.
Voor meer informatie: Joeke Postma