Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Sla groeit ook bij lage fosfaattoestand van de bodem

Kropsla vraagt voor een geslaagd eindproduct een goede fosfaattoestand van de grond en een hoge fosfaatbemesting. Onderzoek laat zien dat op een organische stof-rijke kleigrond op de Zonnehoeve met een lage fosfaattoestand (Pw 21) een goede slakrop groeit. Dit onderzoek levert een bijdrage aan beter bodembeheer in de landbouw.

Dit is het resultaat van een bakkenproef met verschillende grondsoorten en groenbemesters. Daarin zijn de effecten van extreem lage fosfaatgehaltes bij twee organische stofgehaltes bekeken als een Proof of Principle rond de onderzoeksvraag: Kan een groenbemester fosfaat activeren voor het volggewas op percelen met lage fosfaattoestand?



In deze extreme proefsituatie bleek de beste groenbemester winterwikke slechts 5 procent bij te dragen aan de fosfaatbehoefte van het volggewas kropsla. Op de Wageningen UR-grond was dat onvoldoende voor een goede slateelt. Verrassenderwijs gaf de sla, geteeld op de Zonnehoeve grond, wel een goed eindproduct.

Fosfaat benutten

Voor telers is het steeds belangrijker om het in de bodem of gewasresten aanwezige fosfaat te benutten. Dit omdat het overheidsbeleid gericht is op het verlagen van de fosfaattoestand waar deze te hoog is. En daar waar de fosfaattoestand te laag is, deze niet meer dan landbouwkundig noodzakelijk te verhogen.

Opzet onderzoek

Binnen dit kader is getoetst of groenbemesters een bijdrage kunnen leveren aan de fosfaatbehoefte van een volggewas.

In de bakkenproef waren opgenomen:
  • 2 kleigrondsoorten met een lage fosfaatwaarde (Pw) en verschil in Organische Stof (O.S.) gehalte, afkomstig van Wageningen UR (PPO-AGV) (Pw 4; 1,2 % O.S.) en Zonnehoeve (Pw 21; 4,1 % O.S.)
  • 3 winterharde groenbemesters: winterrogge, winterwikke en zwaardherik naast geen groenbemester.

Het volggewas was het zeer fosfaatbehoeftige kropsla.

Fosfaatbron nog niet bekend

Uit het onderzoek is nog onvoldoende duidelijk geworden uit welke bronnen het slagewas zijn fosfaatbehoefte heeft gehaald. Er is een vermoeden dat het uit de organisch gebonden fosfaatpool komt. Vervolgonderzoek kan hierover duidelijkheid geven.

Voor meer informatie: Rapport: Fosfaatbenutting met groenbemesters bij een lage P-toestand van twee gronden van verschillende herkomst en Kees van Wijk, Wageningen UR, kees.vanwijk@wur.nl.

Bron: Beter Bodembeheer via bioKennis
Publicatiedatum: