Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Bio-wetgevingsonderhandelingen lidstaten in eindfase

Op 16 juni komt de Raad van landbouwministers bijeen om een besluit te nemen over de laatste compromisvoorstellen. Er zijn drie onderwerpen die de landen verdelen op dit moment:

  • Wel of geen decertificeringsgrens voor residuen.
  • Equivalentie (=wederzijdse erkenning) of compliance (=identiek aan) met enkele uitzonderingen van de bio wetgevingsregels voor de import uit derde landen.
  • Wel of geen verplichte jaarlijkse controle.

Afgelopen weekend organiseerde de Letse voorzitter van de Raad een informele bijeenkomst over de biologische landbouw en de wetgeving. Daar werd een compromis op het heetste hangijzer, het idee van een decertificeringsgrens voor residuen, gelanceerd. In dit compromis is de decertificeringsgrens eruit gehaald. Op het gebied van de import houdt de Letse voorzitter vast aan de voorgenomen compliance met enkele uitzonderingen. Ten aanzien van de controle lijkt het het compromis een verplichte controle per twee jaar in plaats van 1 of 3 jaar.

Uit de reacties van de lidstaten die tot nu toe fel tegenover elkaar staan, grofweg Zuid-Oost versus Noord-West Europa, blijkt dat men dichter tot elkaar gekomen is. Op 5 juni vindt een werkoverleg plaats waar alle landenvertegenwoordigers nog een keer hun wensen op tafel leggen. Op 16 juni komen de ministers weer bijeen en dan zal het compromis bereikt moeten worden. De verwachting is dat dit gaat gebeuren.

Voor IFOAM EU in het algemeen en Bionext in het bijzonder wordt het van tafel krijgen van de decertificeringsgrens voor residuen als een overwinning beschouwd. Dit voornemen van de Commissie zou de verantwoordelijkheid voor residu-contaminaties volledig bij de biologische boer leggen en streep betekenen door de procesgerichte wetgeving en certificering die biologische landbouw kenmerkt. Bionext beijvert zich binnen IFOAM EU en samen met de Nederlandse overheid wel voor heldere en geharmoniseerde procedures in geval van residu contaminaties. Op dit moment ontbreken die en doet ieder land wat hem goed dunkt.

De overschakeling op compliance met uitzonderingen zou echter een grote nederlaag zijn, die de markttoegang voor biologische producten uit ontwikkelingslanden negatief kan gaan beïnvloeden. Het zal veel aandacht vragen om die nadelige gevolgen door middel van uitzonderingen in te perken.

Verruiming van de verplichte jaarlijkse naar een controle per twee jaar ligt in lijn met de Nederlandse wens om de controle nog veel meer risicogericht te gaan inrichten. Bedrijven die hun zaakjes op orde hebben, zelf de risico's inschatten en maatregelen nemen, kunnen minder frequent gecontroleerd worden. Bedrijven die nog steeds alleen op certificaat inkopen, moeten veel strenger gecontroleerd worden omdat zij de grootste risico's veroorzaken. VBP werkt aan de digitalisering van de Bio Quality Assurance risicobeoordelingstool voor leveranciers, grondstoffen en landen, zodat bedrijven vanaf dit najaar hun biologische kwaliteitsmanagement verder kunnen versterken.

Bron: Bionext
Publicatiedatum: