'Meerdere blaarkopstieren gunstig voor Bètacaseïne; A2-melk'
Sjoerd, een stier met A2/A2.
Dit was voor de Blaarkopstichting aanleiding om van enkele blaarkop KI-stieren het type Bètacaseïne te laten bepalen via DNA-onderzoek. Inmiddels is van vijf blaarkopstieren die bij KI staan, bekend welk type Bètacaseïne ze bezitten. Hieruit blijkt dat dieren van het oude en zeldzame Nederlandse blaarkop ras blijkbaar veelal het type A2 in de melk hebben, want maar liefst drie van de vijf hadden A2/A2 en de beide anderen A1/A2. Het bestuur is voornemens om meerdere stieren te laten onderzoeken.
Voor meer informatie: www.blaarkopnet.nl