Belang van de voedsel-infrastructuur
Onderzoek naar het bevorderen van duurzame voedselconsumptie richt zich vaak op het begrijpen van het gedrag van consumenten. Welke voorkeuren hebben zij en wat bepaalt hun keuzen? Er is daarbij vaak onvoldoende aandacht voor de situaties en contexten waarin consumenten zich bevinden, zoals de voedselproductie en aanbodsystemen zoals de supermarkt en de kantine. Deze 'infrastructuren van het consumeren' en hoe consumenten daarmee omgaan heeft Sargant centraal gesteld in haar onderzoek. Want de voedsel-infrastructuur, het hebben van toegang tot, en aantrekkelijkheid van goede alternatieven maken voor een belangrijk deel uit of mensen duurzaam en gezond kunnen eten. Deze factoren beïnvloeden ook de kennis en ervaringen van consumenten, en de betekenis die zij geven aan hun voedsel als het om duurzaam handelen gaat.Stevig draagvlak voor duurzame voedselconsumptie
Voor haar proefschriftonderzoek bestudeerde de promovenda voedselconsumptie vanuit een praktijkenbenadering. Alledaagse consumptiepraktijken zoals boodschappen doen, eten in de kantine op je werk en uit eten gaan, waren hierbij het centrale onderwerp van onderzoek. Ze ondervroeg meer dan 2.000 mensen naar hun gedrag en keuzes bij het boodschappen doen en hield interviews met bezoekers van bedrijfsrestaurants. Uit het onderzoek bleek dat er tussen mensen die hun boodschappen doen bij biologische winkels en markten of bij reguliere winkels zoals supermarkten alleen een verschil te zijn in de keuzen voor duurzame alternatieven. Mensen die uitsluitend in supermarkten hun boodschappen doen maken minder vaak gebruik van regionaal geproduceerd voedsel, van duurzaam gevangen vis, van biologische producten, of van voedselproducten met een milieukeurmerk of Fair Trade keurmerk in vergelijking met mensen die ook winkelen in speciaalzaken voor (duurzaam) voedsel. Dit ondanks het feit dat juist in supermarkten veel gelabelde producten worden aangeboden. Alle respondenten gaan even vaak voedselverspilling tegen en ze verschillen relatief weinig in het minderen van vlees consumptie en verpakking. Er lijkt een belangrijk en stevig draagvlak te bestaan in de Nederlandse samenleving wat betreft het verder verduurzamen van de voedselconsumptie met name op onderwerpen die gaan over verspilling van verpakking en voedsel.Lekker is belangrijk
Uit het onderzoek naar 'lunchen in de kantine' komt naar voren dat hoe de consumenten het voedsel beleven en de rol van de cateraar bijzonder belangrijk zijn in het verduurzamen van voedselproductie- en consumptie. Facility managers, cateraars en vooral koks spelen een cruciale rol omdat zij consumenten kennis kunnen laten maken met nieuwe duurzame alternatieven en hen positieve ervaringen kunnen bieden. Deze professionals zorgen namelijk voor de inkoop en de opslag, zij beslissen over de inhoud van de maaltijden, zij zijn beslissend voor de smaak. Inzetten op het culinaire gehalte van voedsel kan als een strategie voor verduurzaming en betere voeding gezien worden, wat nu ook in toenemende mate wordt herkend wordt door voedingswetenschappers.Trainen van voedsel-professionals
Op basis van de resultaten van het kantine- en cateringonderzoek wordt aanbevolen om in de toekomst bij het stimuleren van duurzame voedselconsumptie zich niet alleen te richten op de consument maar ook op het trainen en ontwikkelen van relevante competenties bij professionals in de keten, en het verder ontwikkelen van een goede infrastructuur voor distributie, opslag en bereiding van duurzamer voedsel. Het faciliteren van infrastructuur en het trainen van professionals is een belangrijke aanvulling op de bestaande beleid met haar focus op (het nudgen van) de individuele consument.Meer informatie
Het promotie-onderzoek van Elizabeth Sargant maakt deel uit van het NWO-onderzoeksprogramma Gamma-onderzoek, milieu, omgeving en natuur. Zij promoveert op 25 november aan de Wageningen Universiteit. Haar promotor is Prof. dr. ir. G. Spaargaren, hoogleraar Duurzame leefstijlen en consumptiepatronen bij de vakgroep Milieubeleid.Bron: NWO