Zelfpluk in krozenboomgaard en fruitdoolhof
De krozenboomgaard in Boven-Leeuwen is de enig overgeblevene in Nederland. Het hoogtepunt van de Nederlandse krozenteelt was zo rond 1930. Het grootste deel van de oogst werd vroeger door handelaren op de veilingen opgekocht voor export naar Engeland waar de cherryplums werden verwerkt tot heerlijke marmalades. De bijnaam Engelse kroos is daar ook aan te danken. Krozen hebben een geheel eigen smaak, sommigen hebben daarbij een vleugje abrikozenaroma en anderen neigen iets meer naar perzik of pruim. De vrucht is overigens geen kruising tussen kers en pruim, wat wel eens wordt gedacht, maar het is een zelfstandige soort in het Prunusgeslacht. De boomgaard bestaat naast de krozenmoederbomen uit ruim vijftig zaailingen die zijn opgekweekt tot volwassen bomen. De diversiteit in vruchtgrootte, vruchtsmaak en groeiwijze is groot.
Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw waren er nog verschillende krozenboomgaarden (Boven-Leeuwen telde er alleen al drie), die met name door de lastige pluk van hoogstambomen het veld moesten ruimen. Een andere reden waarom de kroos bij de beroepsfruitteelt uit beeld verdween, is de nachtvorstgevoeligheid, waardoor er te weinig oogstzekerheid bestond. De rooipremie van de Europese gemeenschap in de jaren zestig gaf ten slotte het laatste duwtje waardoor de krozenboomgaarden en -restanten in Land van Maas en Waal, de Betuwe Zeeland en op de Zuid-Hollandse eilanden verdwenen.
Adres: Wilgenstraat 6-8 Boven-Leeuwen, openstelling 13 juli 2014, van 10:30-18:00 uur, gratis toegang.
Voor meer informatie: www.schonefruitteelt.123website.nl, 06 11474781.