Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Vlinderbloemigen tillen stikstofvoorziening naar een hoger niveau

Groenbemesters winnen algemeen aan belang om erosie tegen te gaan en om het nitraatresidu in de bodem te beperken. In de gangbare landbouw komen groenbemesters steeds 'na' een teelt. In de biologische landbouw vervullen groenbemesters echter ook een sleutelfunctie als groenbemestingsgewas 'vóór' een teelt. In dit project werd nagegaan welke vlinderbloemige groenbemesters beschikbaar zijn en wat de mogelijkheden zijn van inzaai op drie momenten in het jaar.

MAP4 stuurt vrij eenzijdig naar het gebruik van grasachtige en bladrijke groenbemesters. Uitgaande van de N- en P-normen in MAP4 en de intentie om tot meer gesloten kringlopen te komen, zijn vlinderbloemige groenbemesters evenwel meer dan ooit van belang voor de biologische landbouw.

In dit project werd nagegaan welke vlinderbloemige groenbemesters beschikbaar zijn en wat de mogelijkheden van inzaai op drie momenten in het jaar zijn. Hierbij werd zowel gewasontwikkeling als nitraatresidu en N-nalevering in de volgteelt opgevolgd.

Daarnaast werd ook nagegaan op welke manier het beheer van een tijdelijke grasklaver kan worden afgestemd op een vroege volgteelt of kan ingepast worden bij niet-kerende grondbewerking. Dit met zowel aandacht voor het nitraatresidu als voor N-nalevering voor de volgteelt.

Klik hier voor meer informatie.

Bron: CCBT via Biokennis

Publicatiedatum: