Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Weidevogels gebaat bij mestflatten in de wei

Koeienvlaaien natuurlijke 'snackbar' voor weidevogels

Niet alleen koeien zelf en burgers, maar ook weidevogels zijn blij met koeien in de wei. Uit recent onderzoek van het Louis Bolk Instituut blijkt namelijk dat het aantal regenwormen onder koeienvlaaien verdrievoudigt. Ook trekken mestflatten extra vliegen en mestkevers aan: allemaal voedselbronnen voor weidevogels en hun kuikens. Weidegang speelt dus een belangrijke rol in de voedselvoorziening en het behoud van weidevogels.

Wormen, kevers, vliegen komen massaal af op de koeienvlaai

Een koe produceert 8 tot 12 mestflatten per dag. Als koeien buiten staan, komen die voor een groot deel in de weide terecht. Om meer inzicht te krijgen in de afbraak van mestflatten is het Louis Bolk Instituut op 10 melkveebedrijven een onderzoek gestart, gefinancierd door het Productschap Zuivel. Op de bedrijven (5 op zand en 5 op veen) is het afbraakproces gevolgd en geanalyseerd van 12 koeienvlaaien met dezelfde mestsamenstelling. Naast afbraak is het aantal vliegen, kevers en wormen in, rond en onder de koeienvlaaien geteld.

Uit het onderzoek blijkt dat het aantal wormen onder mestflatten gemiddeld verdrievoudigt en op veengrond nog sterker toeneemt dan op zandgrond (zie tabel hieronder). Op één bedrijf was het aantal wormen zelfs vervijfvoudigd: van 8 naar 40 onder het het oppervlakte van een mestflat. Omgerekend is dat een toename van 400 wormen per m2 naar 2000 per m2. De toename in jonge wormen is zo sterk dat de onderzoekers concluderen dat het niet alleen migratie van wormen betreft, maar dat de mestflat ook een broedplaats is voor jonge wormen. De koeienvlaai vormt namelijk een isolatielaag, waaronder de bodem vochtig blijft en de temperatuur niet te hoog wordt – prima omstandigheden voor de jonge worm.


Achtergronden mestflattenonderzoek

Het onderzoek is opgezet met als doel praktische maatregelen te ontwikkelen om de afbraak van mestflatten te verbeteren en zo de grasbenutting in de wei te verhogen. De eerste resultaten tonen aan dat hoe meer wormen er aanwezig zijn, hoe effectiever de afbraak van de mest verloopt. Mestflatten blijken dus zowel voor veehouders als voor fauna zoals weidevogels belangrijk te zijn. In het onderzoek wordt samengewerkt met het project Amazing grazing waarin oplossingen worden gezocht voor knelpunten bij beweiding. Eén van de thema's waar naar wordt gekeken, is het effect van verschillende manieren van weideslepen op de verspreiding en afbraak van mestflatten.

Over het Louis Bolk Instituut

Het Louis Bolk Instituut is een internationaal onafhankelijk kennisinstituut ter bevordering van écht duurzame landbouw, voeding en gezondheid. Er zijn ongeveer 55 werknemers actief vanuit hoofdkantoor Driebergen en Accra (Ghana). Belangrijke opdrachtgevers zijn onder andere het Ministerie van EZ, provincies, waterschappen en het bedrijfsleven. Kijk voor meer informatie op www.louisbolk.nl. Voor meer informatie kunt u Nick van Eekeren benaderen, onderzoeker agrobiodiversiteit en duurzame veehouderij, 0343 523860/06 20132133, n.vaneekeren@louisbolk.nl. Voor meer informatie over de publicaties van Van Eekeren, download het overzicht.
Publicatiedatum: