Wormen, kevers, vliegen komen massaal af op de koeienvlaai
Een koe produceert 8 tot 12 mestflatten per dag. Als koeien buiten staan, komen die voor een groot deel in de weide terecht. Om meer inzicht te krijgen in de afbraak van mestflatten is het Louis Bolk Instituut op 10 melkveebedrijven een onderzoek gestart, gefinancierd door het Productschap Zuivel. Op de bedrijven (5 op zand en 5 op veen) is het afbraakproces gevolgd en geanalyseerd van 12 koeienvlaaien met dezelfde mestsamenstelling. Naast afbraak is het aantal vliegen, kevers en wormen in, rond en onder de koeienvlaaien geteld.Uit het onderzoek blijkt dat het aantal wormen onder mestflatten gemiddeld verdrievoudigt en op veengrond nog sterker toeneemt dan op zandgrond (zie tabel hieronder). Op één bedrijf was het aantal wormen zelfs vervijfvoudigd: van 8 naar 40 onder het het oppervlakte van een mestflat. Omgerekend is dat een toename van 400 wormen per m2 naar 2000 per m2. De toename in jonge wormen is zo sterk dat de onderzoekers concluderen dat het niet alleen migratie van wormen betreft, maar dat de mestflat ook een broedplaats is voor jonge wormen. De koeienvlaai vormt namelijk een isolatielaag, waaronder de bodem vochtig blijft en de temperatuur niet te hoog wordt – prima omstandigheden voor de jonge worm.