In 2012 moeten voeders voor biologisch gehouden varkens voor 100 procent bestaan uit grondstoffen van biologische herkomst. In biggenvoeders kan dat tot een knelpunt leiden, omdat met name de keuze uit eiwitrijke biologische grondstoffen voor biggen niet groot is. In praktijkonderzoek op varkensproefbedrijf Raalte is het effect onderzocht op voeropname, groei, voederconversie en gezondheid van gespeende biggen als – in plaats van sojaschilfers – raapzaadeiwit- en erwteneiwitconcentraat als belangrijkste eiwitbron in het biggenvoer zijn opgenomen. Deze eiwitconcentraten zijn momenteel nog niet van biologische herkomst maar het productieproces waarmee ze gemaakt worden is wel toegestaan in de biologische houderij.
Drie proefbehandelingen
Het onderzoek is gedaan met 516 gespeende biologische biggen (11 herhalingen per proefbehandeling en 14 tot 16 gespeende biggen per hok). Er zijn drie proefbehandelingen vergeleken:- controle biggenvoer met sojaschilfers als belangrijkste eiwitbron;
- biggenvoer met 8,5 procent erwteneiwitconcentraat;
- biggenvoer met 10 procent raapzaadeiwitconcentraat.
Op basis van de resultaten kan worden geconcludeerd dat beide eiwitconcentraten geschikte alternatieve eiwitbronnen zijn voor gespeende biggen.
Voor meer informatie: Carola van der Peet, Wageningen UR Livestock
Bron: BioKennis