Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Stapje voor stapje naar 100% biologisch pluimvee- en varkensvoer

Biologische koeien krijgen 100 procent biologisch voer. Voor varkens en kippen mag het voer tot eind 2011 nog vijf procent gangbare ingrediënten bevatten. Vaak wordt die vijf procent gevuld met eiwitrijke ingrediënten die jonge varkens en kuikens nodig hebben om te groeien en volwassen kippen om gezond eieren te blijven leggen. Het zijn bijproducten uit de aardappelzetmeelproductie en maïsverwerking, die nog nauwelijks biologisch verkrijgbaar zijn. Alternatieven (zoals algen, larven) zijn in ontwikkeling, maar zijn nog niet praktijkrijp. Daarom is het voor de biologische pluimvee en varkensbedrijven onmogelijk om per 2012 op 100 procent biologisch voer om te schakelen zonder de gezondheid van het dier in gevaar te brengen.

Samen met de varkens- en pluimveesector en de mengvoederindustrie pleit Bionext al geruime tijd voor een stapsgewijze aanpassing voor volwassen dieren: 1 procent per jaar minder gangbaar voer. Dat betekent dat je in 2016 op 100 procent biologisch voer zit. Voor jonge dieren zou de uitzondering van vijf procent langer moeten gelden, in ieder geval totdat de volwassen dieren op 100 procent bio-voer zitten. Dan heeft de markt zich ontwikkeld en kan worden gekeken naar 100 procent bio-voer voor jonge dieren.

Overleg SCOF

Een aantal keer per jaar spreken de Europese Lidstaten over biologische regelgeving in het SCOF, het permanent comité voor de biologische landbouw. Bij de laatste drie vergaderingen stond diervoer ook op de agenda. Over dit onderwerp is grote eensgezindheid tussen lidstaten. Hierbij gaat het zowel om lidstaten die relatief veel biologische dieren hebben en lidstaten waar biologisch nog in opkomst is.

Een overgang van vijf procent naar nul procent wordt te abrupt gevonden. De Europese Commissie wil echter niet graag afwijken van het voornemen om per 2012 al het voer 100 procent biologisch te maken. Dat uit zich in zeer voorzichtige voorstellen, die na flink overleg met de afgevaardigden van de 27 Lidstaten nu langzamerhand een wat meer realistisch karakter krijgen. Lag in eerdere voorstellen nog het plan om een jaar lang een ontheffing van 1 procent toe te staan voor jong pluimvee, in haar laatste vergadering op 27 en 28 september presenteerde de Commissie het plan om in 2012 drie procent gangbaar voer te accepteren en in 2013 één procent. Het commentaar van de lidstaten dat dit nog steeds te snel gaat, heeft ze beloofd ter harte te nemen.

Voor de volgende vergadering op 25 en 26 oktober 2011 staat het opnieuw op de agenda, mogelijk met een nieuw voorstel en met het doel om nu eindelijk een besluit te nemen. De Commissie probeert het dan zo te regelen dat een nieuwe regeling per 2012 kan ingaan.

Heftige discussies

In de discussie over diervoer kwam de Commissie enkele maanden geleden met een voorstel om nadere regels te stellen aan de herkomst van al het voer, voor herkauwers, voor kippen en voor varkens. Nu geldt er altijd al een algemeen uitgangspunt dat biologisch voer zoveel mogelijk van het eigen bedrijf of uit de regio moet komen. Voor herkauwers is dat ingevuld met een percentage: 50 procent van het voer moet van het eigen bedrijf komen of van bedrijven uit de regio. Voor varkens en pluimvee is dat beginsel niet ingevuld met een percentage. Bovendien is er nooit een omschrijving gegeven van het begrip 'regio', waardoor het voor een controleur moeilijk te handhaven is. In de praktijk werken veel varkensboeren en pluimveehouders samen met akkerbouwers in een kringloop. Er is een ruil van voer en stro de ene kant op en mest de andere kant op. En vaak betrekken pluimvee- en varkenshouders hun biologisch voer van een mengvoederfabrikant, die voer in de juiste verhoudingen van voedingsstoffen mengt.

De Commissie had in haar laatste voorstel de eis opgenomen dat het percentage van 50 procent naar 70 procent moest worden opgehoogd voor herkauwers. Voor varkens en pluimvee introduceerde zij een percentage van 40 procent. Daarbij bepaalde ze dat dit percentage van het eigen bedrijf afkomstig moest zijn en dat het overige voer uit de regio moest komen. Een vertegenwoordiger van het ministerie van EL&I gaf aan dat hier veel protest tegen gekomen is in de vergadering. Bionext ondersteunt dit protest. Het past niet bij de realiteit van het moderne boerenbedrijf waar veel boeren en telers voor een specialisatie kiezen. Bovendien ontkent het de rol van de mengvoederbedrijven en als laatste betekent het een verzwaring van regels voor de twee sectoren die nu al moeite gaan doen om hun bedrijf nog biologischer te maken. Naar dit commentaar heeft de Commissie geluisterd; ze heeft beloofd met een aangepast voorstel te komen.

Deze heftige discussies zijn naar mening van Bionext goed: de ontwikkeling van regels voor een biologische sector in Europa met 27 lidstaten met hun eigen klimaat, grondsoort, landschap en ontwikkelingstempo gaat niet ineens. Dit proces van discussie en aanpassing is de enige weg om verder te komen zonder de sector op slot te zetten. Alleen had deze discussie vorig jaar moeten plaatsvinden en niet enkele maanden voordat de overgang relevant wordt.

Voor meer informatie: Marian Blom, Bionext
Publicatiedatum: