Je krijgt deze pop-up te zien omdat dit de eerste keer is dat je onze site bezoekt. Krijg je deze melding altijd te zien dan heb je je cookies uitstaan en zullen die blijven verschijnen.
Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!
Je ziet deze popup omdat dit de eerste keer is dat u de site betreed. Als u dit bericht blijft krijgen zet dan alstublieft uw cookies aan
Kansen voor pluimveemest in de biologische sector
Pluimveehouders moeten hun mest veelal afvoeren terwijl er in de biologische akkerbouw een tekort is aan biologische mest. Het Louis Bolk Instituut heeft daarom gekeken hoe pluimveemest is in te passen op zowel biologische akkerbouw- als melkveebedrijven.
Pluimveehouders in Nederland hebben vaak weinig land, dat veelal gebruikt wordt voor de uitloop van de kippen. Ze verbouwen zelf geen voer en de mest moet worden afgevoerd. Door de groei van de sector ontstond er een mestoverschot en stegen de afzetkosten tot wel 30 of 40 euro per ton in 2008. Doordat de mest van wisselende kwaliteit is, en relatief veel fosfaat en weinig stikstof bevat, is afzet bij akkerbouwers niet makkelijk. Tegelijkertijd heeft de biologische akker- en tuinbouw wel behoefte aan biologische mest van goede kwaliteit, ze moet nu zelfs gangbare mest aanvoeren. Liggen er kansen voor de afzet van pluimveemest in de biologische sector als geheel? In het project Kippenmest en Kringloop onderzocht het Louis Bolk Instituut die kansen om met pluimveemest de kringloop beter te sluiten.
Verschillende gezichtsvelden
Vanuit het gezichtsveld van verschillende sectoren is gekeken naar de optimalisatiemogelijkheden en het sluiten van kringlopen. Met de pluimveehouders is vooral gekeken naar de kwaliteit van de mest, met akkerbouwers naar de kwaliteit en inzetbaarheid en met melkveehouders naar de kansen van pluimveemest in hun bedrijfsvoering met eventueel meer afzet van rundveemest naar de akkerbouw. Samen kunnen deze sectoren wellicht de kringloop via pluimveemest over de gehele biologische sector beter sluiten.
Kansen pluimveemest
De meeste pluimveemest vindt zijn weg richting akker- en tuinbouw in binnen- en buitenland. Akkerbouw krijgt in 2012 te maken met strengere fosfaat-aanvoernormen waardoor deze afzet moeilijk zal worden. In het buitenland geldt deze belemmering niet, maar speelt het transport een rol. De afzet richting melkveehouderij kan fors groeien en de akkerbouw wellicht van geschiktere rundermest (al of niet 'gepimpt') voorzien. De kwaliteit van de mest is van groot belang. Als met enzymen en het snel drogen van de mest de kwaliteit van de mest kan stijgen, wordt ook de afzet richting tuin- en akkerbouw makkelijker. Alles is ook afhankelijk van de groei van verschillende sectoren. Wanneer de akkerbouw wèl en de pluimveesector niet te snel groeit, en de melkveehouderij verder extensiveert, kan pluimveemest een interessante rol krijgen in de gehele kringloop.
Voor meer informatie: Wytze Nauta, Louis Bolk Instituut; Sjef Staps, Louis Bolk Instituut