Deelnemers in het netwerk 'Gezonde Melkers' leveren aan het FrieslandCampina merkmelk project. Hierbij is het doel een hoger percentage CLA's, onverzadigde vetzuren in de melk te krijgen. Naast speciale voersoorten wil het netwerk meer informatie krijgen over het effect van gras en verschillende ruwvoeders op het percentage CLA's. Met proefboerderij Zegveld is een proef opgezet met rode klaver. Hierbij zijn de belangrijkste conclusies:
- Rode klaver verlaagt het vetpercentage in de melk (-0,30 procent)
- De meetmelkproductie stijgt in deze proef met 0,6 kilo/koe/dag
- Het percentage onverzadigde vetzuren in het melkvet stijgt licht (29,2 procent à 30,3 procent)
- Forse stijging CLA (van 0,42 procent à 0,51 procent) = 21 procent stijging
- Forse stijging Omega3 (van 0,70 procent à 0,98 procent) = 40 procent stijging
- Melkopbrengst stijgt met 0,07 euro/dier/dag.
Rendementsberekening merkmelk: positief op saldo
FrieslandCampina heeft bij de deelnemers van het netwerk onderzocht wat het financiële effect is door hun deelname aan het merkmelk project. De belangrijkste conclusies zijn:- Het voordeel van merkmelk is het grootst op de bedrijven die onder de vetreferentie melken.
- Rendement is zeker goed haalbaar. De grootte daarvan is van veel variabelen afhankelijk. De hoogste merkmelk toeslag geeft niet altijd het hoogste rendement. Dit is sterk afhankelijk van de meerkosten van de voeders en het aantal Nutex equivalenten.
Onderzoek kuiluitslagen: effecten op vetzuursamenstelling in beeld
RFC heeft in samenwerking met Wageningen UR onderzoek gedaan naar onverzadigd vet uit ruwvoer in 350 gras- en snijmaïskuilen van deelnemers aan het merkmelkproject. Belangrijkste conclusies:
- Er zijn veel invloeden op de hoeveelheid onverzadigde vetzuren (OVV) in vers gras: leeftijd, N-gift, ras, seizoen, temperatuur, lichtintensiteit, etc.
- Er is een relatie tussen de hoeveelheid OVV in gras en de hoeveelheid Omega3. Hoe hoger het percentage vetzuren, hoe hoger het percentage Omega3.
- Een korte veldperiode en snelle conservering beperken het verlies aan vetzuren.
- Een snelgroeiend, eiwitrijk ras (bijv. Engels Raaigras) geeft veel vetzuren en Omega3.
- Het maaistadium heeft grote invloed op de hoeveelheid vetzuren in het gewas. De DS-opbrengst en het percentage vetzuren heeft een optimum (ca. 55 groeidagen).
- Het verschil tussen OVV in de melk tussen een gras- en maïsrantsoen is in de stalperiode nihil. In de weideperiode is het verschil groter.
- Hoe hoger het RE in het gewas (herfstgras), hoe hoger het percentage vetzuren in de melk.
Voor meer informatie: Dik Veefkind, PPP Agro Advies
Bron: BioKennis