Naast schaalgrootte en huisvestingsysteem is het opfokken en houden van leghennen met een hele snavel het grootste verschil tussen de reguliere en biologische leghennenhouderij. Hierdoor staat het tegengaan van verenpikken tot nu toe centraal in de biologische opfok. Na invoering van het Ingrepenbesluit zal dat ook zo zijn in de reguliere opfok.
Maatregelen tegen verenpikken
De meest toegepaste maatregelen ter preventie van verenpikken zijn het aanbieden van strooigraan of ruwvoer. Deze maatregelen zijn erop gericht de hennen extra tijdbesteding aan te bieden en grondgericht pikgedrag (zinvol voedselzoekgedrag) te stimuleren.Voor reguliere pluimveehouders is het belangrijk dat de toe te passen maatregelen:
- praktisch uitvoerbaar zijn en de normale routine (arbeidsinzet) niet wezenlijk verstoren;
- de kosten niet verhogen;
- zichtbaar resultaat opleveren.
De speelruimte in een opfokvolièresysteem is beperkt: er zitten meer hennen op een vierkante meter en iets aanbieden in het systeem vinden opfokkers niet zo makkelijk. Het gangpad tussen de volières is dé plaats om strooigraan of ruwvoer aan te bieden.
Met name het aanbieden van strooigraan is positief voor de hennen. Aanbevolen wordt daar zo vroeg mogelijk mee te beginnen en het dagelijks te verstrekken op een moment waarop de hennen geen gewoon voer krijgen.
Gehakseld stro als strooisel
Een andere maatregel is in plaats van houtkrullen gehakseld stro als strooisel in het gangpad tussen het opfokvolièresysteem. Naast extra tijdsbesteding in de vorm van grondgericht pikgedrag, functioneert stro als strooisel en biedt het bij opname extra structuur in de vertering.Lees hier het hele artikel in de Pluimveehouderij.
Voor meer informatie: Marry van den Top, CS van Wageningen UR
Bron: BioKennis