
Deze claim wordt nu echter weerlegd door landbouwkundig ingenieur en plantenpatholoog dr. Steve Savage. Hij heeft in zijn studie gebruik gemaakt van de onderzoeksresultaten van een studie van de USDA in 2008. Hieraan nam negentig procent van de Amerikaanse biologisch boeren deel en daarmee zijn het areaal, de opbrengst en de waarde van tientallen gewassen op meer dan 14.500 in alle vijftig staten bekeken.
Savage heeft deze resultaten nu vergeleken met soortgelijke USDA-statistieken uit de gangbare landbouw gedurende hetzelfde oogstjaar. Het is voor hem een raadsel waarom de USDA deze vergelijking zelf niet heeft gemaakt. Savage concludeert nu dat de biologische productie, ondanks al haar ecologische voordelen, niet in staat is om de wereld van voedsel te voorzien.
Zijn meest opvallende bevinding is hoe weinig hectare in de VS daadwerkelijk gewijd is aan biologische productie. De USDA legt steeds de nadruk op het feit dat biologische landbouw uitgegroeid is tot één van de snelst groeiende segmenten van de Amerikaanse landbouw. Daarom is het verbazingwekkend dat de 1,6 miljoen hectare biologische landbouwgrond in 2008 slechts 0,52 procent van het totale akkerbouwareaal in de Verenigde Staten bestrijkt.
In de data over biologische landbouw is overigens geen onderscheid gemaakt tussen geïrrigeerd areaal en niet-geïrrigeerd areaal.
Uit de studie van Savage blijkt dat de biologische zoete aardappelen, aardbeien, graan en hooi een hogere opbrengst hebben dan de conventionele tegenhangers. Er is echter weinig hoop dat de wereld gevoed kan worden met deze gewassen. De opbrengst van andere biologische gewassen bleken namelijk een stuk lager: maïs 29 procent lager, soja 34 procent lager, rijst 41 procent lager, wintertarwe 40 procent lager, zomertarwe zelfs 53 procent lager.
De resultaten voor biologisch aardappelen (-28 procent), suikermaïs (-21 procent), aardappelen (-28 procent), uien (-38 procent) en paprika's (-52 procent) zijn ook dramatisch te noemen.
Ook de opbrengst van een aantal erg gezonde voedingsmiddelen ligt lager: bosbessen (-42 procent), broccoli (-23 procent) en tomaten (-40 procent).
Uit deze cijfers blijkt dus, dat voor een volledige overstap naar bio-landbouw 43 procent meer areaal nodig is.