Loonse en Drunense Duinen heeft gelopen. Via het maaien en afvoeren van grasklaver kan fosfaat efficiënt afgevoerd worden. Na een aantal jaren uitmijnen kan op de verschraalde bodem weer een grotere diversiteit aan plantensoorten groeien. Uitmijnen is dus een veelbelovend alternatief voor het duur afgraven van grond.
Veel landbouwgrond die weer natuur moet worden, bevat een overschot aan fosfaat. Dat zorgt voor eenzijdige plantengroei en het overschot aan fosfaat lekt naar grond- en oppervlaktewater. Om fosfaat uit te mijnen en biodiversiteit te stimuleren werken natuurbeheerders en boeren samen. De veehouders zetten gras-klaver in en maaien dit, waardoor fosfaat efficiënt afgevoerd wordt. Om het aandeel klaver op peil te houden, wordt op zandgronden kali toegevoegd. De fosfaatarme bodem leidt uiteindelijk tot een grotere soortenrijkdom.
Aantrekkelijke overgang van landbouw naar natuur
Dit fosfaat uitmijnen gaat niet snel, maar blijkt een prima alternatief te zijn voor het dure afgraven. "Het is een innovatief concept, waarbij we efficiënt natuur kunnen ontwikkelen", legt onderzoeker Bart Timmermans uit. "De provincie en natuurbeherende organisaties zijn er enthousiast over. Waterschappen hebben baat bij schoner water. En veehouders profiteren van de hoge kwaliteit ruwvoer dat aan het vee gevoerd kan worden. Een winwin-situatie voor betrokken partijen."In de brochure 'Fosfaat uitmijnen op natuurpercelen met gras/klaver en kalibemesting. Handreiking voor de praktijk' (dec. 2010) zijn de resultaten van de proef met uitmijnen beschreven. De brochure is te downloaden of te bestellen op www.louisbolk.nl.