Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Enquête van de Task Force:

Agrarische bedrijfsadviseurs hebben behoefte aan informatie over biologische landbouw

Agrarische bedrijfsadviseurs hebben een positief beeld van biologische landbouw. En was men zelf agrarische ondernemer geweest, dan zou 77% van hen een oriëntatie van gangbaar naar biologisch serieus overwegen. Het eigen kennisniveau van biologisch ondernemen beoordelen de adviseurs als matig tot gemiddeld. Slechts 12% van hen vindt dat het kennisniveau wat betreft biologische landbouw goed is. Dat blijkt uit een enquête van de Task Force Marktontwikkeling Biologische Landbouw in samenwerking met de Vereniging van Agrarische Bedrijfsadviseurs (VAB). De enquête valt samen met de start van een nieuwe website www.biologischondernemen.nl waarop, naast sectorinformatie voor ondernemers, ook informatie voor agrarische bedrijfsadviseurs over omschakeling wordt aangeboden.

De afzet van biologische producten groeit sterk. Dat biedt kansen voor gangbare agrarische ondernemers die willen omschakelen op biologische bedrijfsvoering. De Task Force Marktontwikkeling Biologische Landbouw stimuleert agrarische ondernemers om zich te oriënteren op een omschakeling. In dat traject is een belangrijke rol weggelegd voor de agrarische bedrijfsadviseur (bank, accountant, bedrijfsadviseur, toeleverancier). Uit de enquête onder 520 adviseurs blijkt dat 93% van hen een oriëntatie op biologisch terecht vindt en dat 70% weleens biologisch als advies heeft gegeven. Slechts 5% van de agrarische ondernemers heeft de afgelopen tijd om een dergelijk advies gevraagd. Van deze ondernemers komt 30% daadwerkelijk tot een omschakeling naar biologische bedrijfsvoering.

De belangrijkste redenen voor een omschakeling zijn volgens de adviseurs een heroriëntatie van de ondernemer op zijn eigen bedrijf (67% van de adviseurs noemt dit), duurzamer willen ondernemen (58% van de adviseurs noemt dit) en te weinig groeimogelijkheden van het bestaande bedrijf (50% van de adviseurs noemt dit). Ondernemers die uiteindelijk de stap niet nemen, hebben vooral angst voor de marktontwikkelingen op lange termijn of noemen ziekte- en onkruiddruk en arbeidsbehoefte als reden.

Ondernemers die met biologische bedrijfsvoering willen slagen, moeten volgens de adviseurs bovengemiddelde vakkennis in huis hebben en ondernemend zijn. In deze opvatting schuilt ook het antwoord op de vraag of de gemiddelde ondernemer voldoende kennis van biologisch ondernemen heeft: 88% van de adviseurs vindt van niet. Men twijfelt vooral aan de kennis over het management van een biologisch bedrijf, de opbrengst- en kostenstructuur van deze bedrijfsvoering en de kennis over de biologische markt.

De agrarische adviseur biedt vooral ondersteuning op financieel-economisch vlak en in mindere mate ook op managementniveau. De eigen kennis wordt door 85% van de adviseurs als matig tot gemiddeld beoordeeld. Mocht kennis tekort schieten, dan zoekt 70% van de adviseurs de kennis bij een biologische specialist buiten de eigen organisatie. De kennisbehoefte bij de adviseurs is vooral van financieel-economische en markttechnische aard. Die kennis wordt vooral in vakbladen (78%) en bij klanten/boeren (64%) en collega’s (42%) gezocht. Van alle adviseurs vindt 38% dat er onvoldoende mogelijkheden zijn om informatie over biologisch ondernemen te vinden. 82% wil graag op de hoogte blijven van ontwikkelingen.

Conclusie:

Het onderzoek toont aan dat agrarische bedrijfsadviseurs een oriëntatie op biologische landbouw positief beoordelen maar de behoefte hebben aan informatie om hun klanten daarin te ondersteunen. De informatie waarom gevraagd wordt ligt vooral op het vlak van economie, marktontwikkelingen en management. Bekijk meer informatie over deze onderwerpen op www.biologischondernemen.nl/adviseurs.

Publicatiedatum: