Voor Nederlandse geïnteresseerden liggen er mogelijkheden in sectoren met een relatief sterke vraag waarbij de zelfvoorzieningsbalans laag is. Het betreft hier met name de tuinbouwsector en de pluimveevleessector. De binnenlandse productie kan hier niet tot het gewenste niveau stijgen omdat de steun, zoals die bestaat voor de grondgebonden rundveesector, niet van toepassing is. Marges in de verwerking zijn overwegend positief en primaire producenten hebben een relatief sterke band met de verwerking of afzet. In deze sectoren zijn er mogelijkheden voor primaire productie, vooral in de biologische segmenten, en voor import vanuit bijvoorbeeld Nederland.
Export
Exporten gaan met name naar Duitsland, Italië en Centraal- en Oost-Europa. Italië en Oostenrijk zijn complementaire handelspartners; Oostenrijk heeft een tekort aan groente, fruit en bloemen.Oostenrijk is ook succesvol in de export naar de nieuwe EU-lidstaten, vooral naar buurlanden Slovenië, Hongarije, Tsjechië en Slowakije. Rundvlees, worstproducten en (verwerkte) groenten zijn sterk groeiende segmenten in Centraal- en Oost-Europa. De vraag naar biologische producten vanuit deze landen is beperkt maar ontwikkelt zich wel positief.
Meer informatie over de ontwikkelingen in de Oostenrijkse agrofoodsector is te vinden in het rapport Agrarische sector en voedselketens in Oostenrijk: voorloper of vastloper? Dit rapport is op te vragen via [email protected].
Bron: Berichten Buitenland