Het Deens Landbouwkenniscentrum heeft uitgezocht hoeveel hoogwaardig biologisch eiwit nodig is op Europese schaal. Nodig zijn eiwitbronnen met een ruw eiwitgehalte boven 20 procent waarvan minimaal 2 procent methionine en minimaal 3,5 procent lysine. Interessante bronnen zijn dan soja, maïseiwit, aardappeleiwit, raapzaad en zonnebloempitten. Als je echter gaat kijken hoeveel er op EU-niveau nodig is voor varkens en pluimvee samen, is de behoefte veel groter dan wat er beschikbaar is. En wat beschikbaar is, wordt ook ingezet voor humane toepassing en is dus daardoor duur. Geconcludeerd wordt dat er te weinig grondstoffen zijn en dat hennepzaad, raapzaad en zonnebloempitten belangrijk worden/blijven. Een goede balans in het voer is echter lastig. Gezocht moet worden naar nieuwe eiwitbronnen zoals algeneiwit, vliegenlarven en mosseleiwit.
Alternatieve hoogwaardige eiwitbronnen zijn:
- Vismeel. Alleen in beperkte hoeveelheden beschikbaar. Bovendien relatief duur.
- Ongewervelden, zoals wormen en schelpdieren. Via internet kun je wormenmeel uit China kopen. Hoogwaardig eiwit, maar duur.
- Snelgroeiende planten, zoals algen en kroos. Algen hebben hoog eiwitgehalte. Echter, algen hebben celwanden en niet elke diersoort kan die afbreken. Hoe verteerbaar zijn de algen?
- Vliegenlarven. Voorbeeld wordt getoond van kwekerij in Servië. Je kunt vliegen houden boven (pluimvee)mest. De larven eten de mest. Bij 30-40 graden zijn de larven groot na 5-6 dagen. Larven zijn zeer rijk aan voedingsstoffen eiwit en vet. Het is ‘superfood’.
- Mosselmeel. In Zweden wordt onderzoek gedaan naar de toepassing van mosselmeel in pluimveevoer. Je hebt 20 kilo mosselen nodig voor 1 kilo mosselmeel. Mosselen worden nu alleen voor humane consumptie gehouden. Mosselmeel is een duur product.
- Quinoa
- Sezamzaad
Daarnaast zijn op de conferentie voerstrategieën voor biohennen, resultaten van voerproeven met hennep bij varkens, mogelijkheden van maïs en aardappeleiwit en ontwikkelingen over 100% biologisch voer in Duitsland, Zweden en Nederland gepresenteerd.
Klik hier voor het conferentieverslag.
Voor meer informatie: Monique Bestman, Louis Bolk Instituut
Bron: BioKennis