
Robin, 51, wilde al lange tijd stoppen met zijn baan in de informatietechnologie. Uiteindelijk stopte hij met deze baan en richtte in 2004 'Nama Yasai' (verse groenten) op. Hij verwachtte dat de vraag naar 'home-grown' Japanse producten toe zou nemen. Het merendeel van de Oost-Aziatische groenten in Groot-Brittannië behoudt zijn versheid niet. Zijn vrouw Ikuko was echter wat sceptischer. Ze vroeg zich af of de groenten wel echt zouden gedijen in het grillige Britse weer. Inmiddels hebben ze geleerd hoe hiermee om te gaan en heeft het echtpaar een groeiende en trouwe klantenkring opgebouwd.
Ze leveren een breed scala aan groenten aan lokale restaurants en boerenmarkten. Daarnaast bezorgen ze groentedozen aan huishoudens in het zuidoosten. Velen van hen zijn Japans. Het populairst zijn de Japanse radijsjes (Daikon), de groene sojabonen (Edamame), Japanse pepers, aubergines en 'shiso-bladeren'. "Iedereen lijkt erg blij met hoe het smaakt. Het bedrijf is sinds de start verdubbeld." Het uiterlijk van de groenten zorgt soms voor problemen. "Klanten die groenten in de supermarkt kopen zijn zich vaak niet bewust van de verschillende maten en kleuren", aldus Robin.
"Het zijn spannende tijden voor ons en er zijn veel nieuwe ontwikkelingen gaande. Wat het moeilijk maakt is dat de teelt erg kwetsbaar is voor ziekten en plagen. Het natuurlijk evenwicht moet goed zijn. Ook is er dit jaar slechts een paar centimeter regen gevallen. Hierdoor kwam een aantal gewassen in de problemen. "