Kruidenelixer in drinkwater zorgt voor daling uitval hennen

In de Pluimveehouderij lezen we dat op het pluimveebedrijf van Koos Holtjer en Wilrike Groeneveld uit Noordbroek (Gr.) de hennen, ook in de opfok, dagelijks een kruidenelixer door het drinkwater krijgen. Volgens de pluimveehouder helpt het tegen M.g. en coli en de uitval daalt fors.

Tijdens het eieren rapen hoorde Holtjer een radio-interview met ene Jan Smit uit Veendam. Het gesprek ging over de heilzame effecten van Duo-kruidenelixer, een kruidenextract dat Smit had ontwikkeld voor postduiven en waar ook een ‘menselijke variant’ van is. Het elixer bevat stoffen die de organen, met name lever en nieren, ondersteunen en de weerstand verhogen. Holtjer nam contact op met Smit en kreeg het elixer op proef voor zijn kippen.

Lage uitval

Bij de kippen, die het vanaf week 59 kregen, pakte het goed uit. Na twee tot drie weken liep de uitval fors terug, van boven de 20 naar drie of vier per dag. Ook het gesnotter stopte.

Holtjer zette het experiment voort met zijn volgende koppel, dat toen nog in de opfok zat. Vanaf week 6 kregen de opfokhennen Duo-kruidenelixer. Een ander koppel kreeg het spul niet. Aan het eind van de opfok waren het lichaamsgewicht en de uniformiteit van beide koppels niet wezenlijk verschillend, maar lagen bij de opfokhennen die het elixer hadden gekregen beduidend meer donsveertjes in de stal. Wat Holtjer vooral opvalt, is de lage uitval.

Bovendien heeft Holtjer sinds de verstrekking van Duo-kruidenelixer bij zijn hennen geen troepen meer gezien, terwijl ze voordien regelmatig last hadden van dit gedrag. Ook heeft hij bij dit koppel nog niet te maken gehad met leververvetting.

Wetenschappelijk onderzoek nodig

Maar wat vindt de wetenschap? Ontwikkelaar Jan Smit heeft contact met RIKILT van Wageningen UR, voor het project Fyto-V. Onderzoekster Maria Groot van RIKILT heeft de samenstelling van het elixer bekeken en wil het product in ieder geval opnemen in de stalboekjes die het instituut uitbrengt voor de biologische pluimvee- en varkenshouderij. Dit omdat volgens de opgegeven informatie er geen schadelijke stoffen inzitten en omdat een aantal mensen in de pluimveesector goede resultaten heeft geboekt met het product. Wel benadrukt ze dat er nog geen wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar de werking en effecten. Iets dat wel zeer wenselijk is, maar waarvoor nog geen geld beschikbaar is.

Contact informatie: Maria Groot, RIKILT van Wageningen UR

Bron: BioKennis