"Het is hier paradijselijk", zegt Jeanet Punselie, secretaris van Stichting Nardus Moortuin. De tuin ligt er prachtig bij met mooi onderhouden stukjes grond, wat verscholen achter de bosjes en ver van verkeersgeluiden en andere hedendaagse onrust. Het heeft een oppervlakte van 4000 vierkante meter en is verdeeld over veertien tuinders die de biologische filosofie van de tuin ondersteunen.
Punselie toont met trots haar eigen tuin. "Deze boom is de Katalpa, met prachtige bloesem en hij maakt prachtige peulen. Ik zag ze in Artis, zo’n dertig tot veertig jaar geleden en heb wat peulen meegenomen. Die heb ik thuis in een potje gezet, dat is gaan ontkiemen en nu is het een prachtige boom." Ook de witte perzik in haar tuin wijst ze even aan. "In Frankrijk zie je ze veel, maar in Nederland kom je dat toch niet vaak tegen", vertelt ze lachend.
Nardus Moor
In 1971 zochten Piet en Kina Strijen een schoon stukje grond waar nog nooit kunstmest of gif was gebruikt. "Zij hadden in die tijd een groep ‘kabouters’ om zich heen verzameld en dachten dat het leuk was om te gaan tuinieren met deze groep. Het moest wel biologisch dynamisch zijn." Ze vonden het stuk land waar Nardus Moor veertig jaar lang zijn gewassen teelde om in zijn boterham te voorzien. Nardus pachtte de grond en verkocht zijn groenten op de markt en deed dit alles op zuiver biologische wijze. Toen Nardus ermee stopte bleef de grond vier jaar lang ongebruikt en veranderde in een rietwildernis. "Piet en Kina pachtten de grond opnieuw van de eigenaar, die overigens niet in Den Helder woonde en op 28 mei 1971 werd de tuin gedoopt als de Nardus Moortuin, in bijzijn van de toen al 84-jarige Nardus. Het heeft enorm veel werk gekost voor de grond weer ontgonnen was."Van de oorspronkelijk veertig enthousiaste kabouters bleven er uiteindelijk vijf over die echt serieus gingen tuinieren. De bedoeling was dat derden de producten af zouden nemen om in de kosten te voorzien, maar ook dat liep niet als gepland. "Kina heeft toen op een speelse manier onder haar kennissen gevraagd of die de verantwoording van een stukje tuin op zich wilden nemen. Ondertussen aasde de gemeente op het stuk grond om er een boomkwekerij neer te zetten. Dat konden we niet toestaan, niet op ons stukje schone dierbare grond. We hebben toen de eigenaar met heel veel overredingskracht zover gekregen dat hij de grond aan ons verkocht. Het was denk ik een groepje van zes mensen die een prima constructie daarvoor hadden bedacht. We losten 500 gulden per jaar af en we richtten de stichting Nardus Moortuin op. Na een aantal jaren was de tuin schuldenvrij. Sinds het oprichten van de stichting mag de tuin geen commercieel karakter meer hebben en is alles wat geteeld wordt voor eigen gebruik."
Alternatief
Een veertien tuinierders telt de stichting inmiddels. "We zijn wel alternatief, maar we hebben wel regels. We hebben een tuinder die doet aan rimboebouw, wat inhoud dat er een stukje wordt ontgonnen zodra er iets wordt geplant. We gedogen dat, maar zijn er als bestuur niet altijd blij mee." Wie graag een stukje grond wil bewerken moet even geduld hebben. "We hebben een wachtlijst. De tuinders zijn trouw en de tolerantie is groot. Bovendien hebben we het heel gezellig met elkaar, dat maakt het tuinieren hier ook zo leuk."Bron: Den Helder Actueel