Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Lezing Bertus Buizer

"Eenzijdige mineralenstromen naar Europa gaan ten koste van bodemvruchtbaarheid in Afrika"

Wat kan de landbouw in Afrika aan een nieuwe impuls helpen en hoe zouden jongeren daarin geïnteresseerd kunnen raken? En welke rol kan ontwikkelingssamenwerking hierin spelen? Hierover en over andere relaties tussen internationale armoede en landbouw mocht Bertus Buizer op maandag 25 april 2016 in Amersfoort vertellen op een interessante discussieavond die was georganiseerd door het Wetenschappelijk Instituut van de Nederlandse politieke partij SGP.

Bertus Buizer (Buizer Advies), 26 april 2016:
De Europese landbouw heeft rechtstreeks invloed op de landbouw in Afrika. Overproductie in Europa leidt tot lagere inkomsten van miljoenen boeren. Daar profiteren consumenten van, ook in ontwikkelingslanden. Maar dat is schijn. Want als de boeren niet kunnen investeren om hun productie te verbeteren, dan worden landen afhankelijk van import. En dat drijft de consumentenprijzen weer op.

Uit ervaringen hier, weten boeren dat hogere consumentenprijzen voor voedsel niet automatisch een hogere boerenprijs oplevert vanwege de macht van de tussenhandel, de supermarkt.

TTIP

Het eventuele vrijhandelsverdrag TTIP en het gelijksoortige CETA zijn slecht voor Europa, Nederland en ontwikkelingslanden. Prijzen die boeren hier en in ontwikkelingslanden voor hun landbouwproducten krijgen, komen dan verder onder druk en veroorzaken armoede onder de boerenbevolking.

Zaaizaad

Het gebruik van lokaal vermeerderd en verzameld zaaizaad in Afrika en Zuid-Amerika is erg belangrijk. Die hebben zich lokaal vaak goed kunnen bewijzen.

La Via Campesina, een grote internationale belangenorganisatie voor kleine boeren in ontwikkelingslanden heeft er deze maand april 2016 bij de Verenigde Naties op aangedrongen dat de FAO de selectie en vermeerdering van lokaal zaaizaad door kleine boeren ondersteunt en niet de biotechbedrijven, die nu ook al genetisch gemodificeerde gewassen aan Afrikaanse boeren en regeringen opdringen. La Via Campesina maakt zich nu ernstig zorgen over deze ontwikkelingen.



Van Ghana en Burkina Faso is bekend dat zij grote problemen hebben in verband met genetisch gemodificeerde gewassen. En in maart 2016 heeft India een manier gevonden om Monsanto het land uit te werken. De Indiase regering besloot toen namelijk de royalties drastisch te verlagen die lokale bedrijven voor de genetisch gemodificeerde katoenzaden van Monsanto betalen. De Indiase katoentelers klaagden over te hoge kosten die Monsanto hen in rekening zou brengen.

Land grabbing

10 Miljoen hectare oftewel 5% van het totale akkerland van Afrika is in bezit van Europese investeerders en is voor voedselgewassen voor consumptie in Europa bestemd. Daarmee zouden anders 65 miljoen mensen gevoed kunnen worden die lijden aan voedselschaarste (Yu et al., 2013).

Er vindt dus een eenzijdige nutriënten stroom plaats van Afrika en Zuid-Amerika naar hier. Daardoor hebben zij daar een tekort en hebben wij een overschot, waardoor bij ons mineralen uitspoelen en in het oppervlaktewater terecht komen met eutrofiëring tot gevolg, wat samen met resten van medicijnen en chemische bestrijdingsmiddelen een ernstige bedreiging vormt voor de ecosystemen in water en daarmee ook de visserij en uiteindelijk ook onze gezondheid.

Compostering van koeienmest van nomaden samen met oogstresten en eventueel menselijke uitwerpselen zou in de Sahel enig soelaas kunnen bieden. Maximale grondbedekking tegen verstuiving kan ook een bijdrage geven aan het onderhoud van het bodemleven. Europese landbouwgrond heeft ook behoefte aan organische stof en mineralen, maar niet zozeer aan fosfaat.

De Europese landbouw zou dan ook veel meer gebruik kunnen maken van schone compost. Onze composteertechnieken en -capaciteit en ook de logistiek bieden daarvoor veel mogelijkheden. Bij compost hebben we bovendien niet te maken met overvolle mestkelders die in het voorjaar over het land moet worden uitgereden, terwijl de grond nog te nat is, zoals dit jaar in ons land ook weer het geval is. Compost helpt ook tegen het probleem van uitspoeling van mineralen naar het grondwater en afspoeling naar het oppervlaktewater. We produceren in ons relatief dichtbevolkte continent veel keukenafval en de mogelijkheden van scheiding en compostering daarvan worden steeds beter. En door statiegeld op plastic flessen en verbod op plastic winkeltasjes wordt de compost ook steeds schoner.

Jongeren

De steden trekken in Afrika ook veel jongeren aan. Zij verkiezen de armoede in de stad boven de armoede in het afgelegen dorp. Zij kennen het harde zwoegen van hun ouders en die ouders hopen dat de kinderen in de stad een toekomst kunnen opbouwen. De kinderen worden door de ouders gezien als hun toekomst, hun oudedagsvoorziening.

Veel jongeren hebben geen goede kansen en bezigheden, waardoor zij gemakkelijker in armoede vervallen en van het pad geraken en misschien ook wel vatbaarder worden voor ronselpraktijken zoals die behalve in Noord Afrika nu ook al in enkele West-Afrikaanse landen plaatsvinden. Daarom is het bieden van kansen en perspectief aan deze jongeren ook zo belangrijk.

VN-secretaris Ban Ki-moon zei op 19 april 2016 tijdens zijn bezoek aan Nederland tegen studenten in Leiden en Den Haag, dat een kwart van de wereldbevolking nu jonger is dan 25 jaar. De aarde is nog nooit zo jong geweest, zei hij.

In lokale landbouw en voedselvoorziening zouden veel jongeren en hun ouders die in Afrika in armoede leven weer perspectief en toekomst kunnen zien als die goed mogelijk voor ze zijn en financieel aantrekkelijk en kansrijk.

Het beste wat wij volgens mij kunnen doen is mensen 'daar' kansen geven. Ontwikkelingssamenwerking is elkaar eerlijke kansen bieden om op een duurzame wijze in eigen bestaan te voorzien.

Ook moeten internationaal marktverstoringen voor opkomende economieën zoveel mogelijk worden tegengaan. Voorbeeld: een pluimveeproject voor alleenstaande jonge moeders in Douala. De Stichting Steun Kansarmen in Kameroen (SSKK) helpt deze alleenstaande jonge moeders om zelf een zelfstandig bestaan op te bouwen. Daarvoor krijgen zij tools aangereikt waar zij iets mee denken te kunnen. Bijvoorbeeld om pluimvee te leren houden en de kippen op de markt te verkopen. Het leuke van kippen is dat je er met een paar kunt beginnen en dat je het aantal kunt uitbreiden naar de mogelijkheden die er zijn. Dan moet Europa daar in Kameroen natuurlijk geen goedkope kippenboutjes dumpen, omdat wij het liefst kipfilet eten. Door dit soort dumping zijn mooie, veelbelovende pluimveehouderijen daar in het verleden op de fles gegaan.

In plaats van goedkoop voedsel daar dumpen (kippenboutjes, melk, graan) , zouden we daar beter goedkope groene mineralen naar toe kunnen exporteren waar vraag naar is.

Groene mineralen

De groene mineralen uit dierlijke mest van hier kunnen als micro-granulaat naar landen gaan waar boeren en boerinnen in armoede leven, zodat zij die tegen kostprijs kunnen kopen en gebruiken op hun land, samen met oogstresten en compost. Dit kan een enorme boost geven aan de voedselproductie en lokale economie in ontwikkelingslanden. En het komt de mineralenbalans aan beide kanten heel mooi ten goede.

In Nederland loopt momenteel het project SCARLET-PLUS waarin met succes aan een techniek gewerkt om groene mineralen op een duurzame, energie-efficiënte wijze terug te winnen uit reststromen van dierlijke mest. Mijn bedrijf Buizer Advies is daar partner in. Die mineralen zijn dan vrij van pathogenen en antibiotica. Groene mineralen dus, in dezelfde verhouding als in de dierlijke mest maar dan heel geconcentreerd. Dat maakt het gunstig voor de transportkosten en ze kunnen in kleine hoeveelheden dichtbij de jonge gewasplantjes worden aangebracht. Dit zou een geweldige impuls kunnen geven aan het werk van de veelal kleine boeren en boerinnen in Afrika.

Elke container met bananen, avocado's kokosnoten, koffie en cacao die hier heen komt, kan, eenmaal leeg, gevuld worden met de geconcentreerde microgranulaatkorrels om die vervolgens naar de gewenste bestemming in Afrika te brengen.

Projectenvoorstel

In het kader van ontwikkelingssamenwerking zouden 'Starting urban farming' projecten kunnen worden georganiseerd voor werkloze jongeren die interesse hebben voor het zelf telen van groenten. Daardoor kunnen zij geïnteresseerd raken om de landbouw in te gaan, zodat die samen met andere belangrijke initiatieven weer een goede impuls kan krijgen.

Kansen

Europa kan zich met goede en eerlijke handels- en investeringspraktijken ten opzichte van de Afrikaanse landbouw en met het stoppen met oneerlijke concurrentie een betrouwbare partner tonen. Dat zal ook wereldwijd een goede uitstraling van ons land geven en van Europa.

Nederland kan als kennisland op het gebied van plantenveredeling, agro-ecologie, watermanagement, bodembeheer en bemesting een goede partner worden van veel landen in Afrika onder de Sahara.

Concrete punten voor beleid:
  • Zorg dat jongeren in Afrika en in het Midden-Oosten weer interesse en kansen krijgen voor kleinschalige landbouw, zodat ze niet in de armoedeval geraken of blijven.
  • Ontwikkel initiatieven waardoor jongeren en jonge alleenstaande moeders in stedelijke gebieden in Afrika kansen krijgen om met stadslandbouw bekend te raken en de mogelijkheid krijgen om daarmee ervaring op te doen. Laat hiervoor in nationaal, Europees en particulier verband projecten ontwikkelen.
  • Roep de FAO tot de orde zodat zij stopt met het faciliteren van de introductie van genetisch gemodificeerde gewassen in Afrika.
  • Laat Europese Unie stoppen met de ondemocratische onderhandelingen in het kader van het nieuwe vrijhandelsverdrag TTIP tussen Europa en de Verenigde Staten.
  • Regel in Europees verband dat Europese boeren meer gebruik maken van compost voor de noodzakelijke organische stofvoorziening in de bodem en dat meer dierlijke mest wordt verwerkt ten behoeve van de landbouw in Afrika.
  • Ontwikkel beleid voor de herwinning van groene mineralen uit dierlijke mest, en dat die in de vorm van microgranulaten tegen kostprijs in Afrika worden aangeboden aan kleinschalige landbouwbedrijven van arme boerengezinnen en ook ten behoeve van stadslandbouw.
  • Evaluatie liberalisering en EU-regulering wat export van landbouwproducten betreft, zoals bijvoorbeeld plofkippen-vlees naar Afrikaanse landen; welke effecten die daar heeft op lokale boeren en boerinnen en hoe verstoring van lokale markten effectief kan worden tegengegaan.

Voor meer informatie: www.buizeradvies.nl
Publicatiedatum: