Marcel Vijn, onderzoeker stad-landrelaties van Wageningen UR ondersteunt agrariërs, ondernemers in de stad, gemeenten en projectontwikkelaars die vragen hebben over stadslandbouw. "Er gebeurt veel in en rond de stad", stelt hij vast. "Agrariërs aan de rand van de stad zien dat stadslandbouw kansen biedt onafhankelijker te opereren door een eigen, lokale markt te creëren. En gemeenten zitten in hun maag met braakliggende stukken grond. Zij bieden stadslandbouw graag de ruimte, ook al omdat daar allerlei zinvolle maatschappelijke functies aan te koppelen zijn."
Projectontwikkelaars
Ook projectontwikkelaars zien de voordelen van stadslandbouw in, stelt Jan Willem van der Schans, onderzoeker korte voedselketens en regionale voedselnetwerken van Wageningen UR. "Zij hebben rond veel steden aanzienlijke stukken grond gekocht voor toekomstige woningbouw. Door de crisis zijn veel wijken nog jarenlang niet 'af'. Door grond uit te geven voor stadslandbouw, ontstaat er positieve reuring: netjes aangeharkte velden, spelende kinderen, gezamenlijke activiteiten."Ondernemerschap
Stadslandbouw heeft dus de wind in de rug, maar het moet wel rendabel zijn. Want gemeenten zitten krap bij kas en zijn geen subsidiemachine. En dan komt het volgens Vijn neer op ondernemerschap: "Je richt je bijvoorbeeld op een nichemarkt, door exclusieve kaas te produceren uit melk afkomstig van brandrode runderen, een zeldzaam koeienras. Of je combineert de verkoop van voedsel met horeca en met een zorgfunctie voor mensen met een beperking."Meervoudig verdienmodel
Bedrijfskundig gezien is stadslandbouw nogal atypisch, zegt Jan Willem van der Schans. Hij bracht de financiële situatie van stadslandbouwers in kaart. "In de bedrijfskunde is het een ijzeren wet dat je je als bedrijf richt op één helder verdienmodel. Maar voor stadslandbouw biedt een meervoudig verdienmodel juist een goede basis om te kunnen overleven."Slimme combinatie op de boerderij
Van der Schans verwijst naar het onderstaande filmpje waarin 'boer Jan' de vijf verdienmodellen slim combineert. Zo heeft Jan gekozen voor zeldzame veesoorten (differentiatie) en verbouwt hij ook groenten en fruit die hij in de eigen landwinkel verkoopt met hulp van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (diversificatie). Jan maakt gebruik van restwarmte en organische compost uit de stad (lage kosten). Stedelingen ervaren zijn boerderij als een oase van rust en komen er graag (beleving). De schildersclub wil er graag workshops organiseren en beschouwt de stadsboerderij als haar thuishaven (gedeeld eigenaarschap).Ondernemingsplan stadslandbouw
Stadslandbouw is geen hype, stelt Marcel Vijn. Maar hij constateert ook dat het nog wel met vallen en opstaan gaat. Daarom adviseert hij ondernemers altijd een goed ondernemingsplan te maken. "Daarbij moeten ze uitgaan van hun eigen verdiencapaciteit en niet van eventuele subsidiepotjes. Kijk goed naar de mogelijke verdienmodellen en kies daaruit de elementen die bij jou passen."Voor meer informatie: Marcel Vijn