Blauwalg vormt ook risico voor vee

Eén op de drie melkveehouders maakt regelmatig gebruik van oppervlaktewater als drinkwater voor het vee. Oppervlaktewater kan sterk wisselen in kwaliteit. Hieraan zit een aantal risico's, zeker bij hogere temperaturen, zo meldt de Gezondheidsdienst voor Dieren.

Warm water (hoger dan 20 °C), veel zonlicht en voldoende mineralen (fosfaat en stikstof) zorgen ervoor dat blauwwier, blauwalg of hoe het ook genoemd wordt, in het water gaat groeien. Blauwalg zorgt meestal voor een groene (soms rode of gele) film op het water. Deze organismen produceren gifstoffen, die schadelijk kunnen zijn voor de hersenen, lever, nieren en/of huid. Zodra blauwalgen worden aangetroffen, is het beter om geen gebruik te maken van het water: niet als drinkwater, maar ook niet als water om te spoelen.

De uitscheidingsstoffen van blauwalgen zijn giftig voor koeien (en andere dieren). De dieren krijgen zenuwverschijnselen (zwakte, benauwdheid, sterfte) en kunnen lever- en nierschade oplopen. Soms treedt door de leverschade enkele weken later zonnebrand op.

Voor meer informatie: www.gddiergezondheid.nl