Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Milieu en klimaat gebaat bij forse inkrimping Nederlandse melkveestapel

De Nederlandse melkveestapel moet teruggebracht worden tot 1,4 miljoen melkkoeien om aan de milieudoelstellingen voor waterkwaliteit, mest en ammoniak te kunnen voldoen. Dit blijkt uit onderzoek van het Louis Bolk Instituut waarin verschillende scenario's voor de Nederlandse melkveehouderij zijn doorgerekend. De onderzoekers pleiten voor het invoeren van een norm voor grondgebondenheid om de inkrimping van de melkveestapel te reguleren en extensieve melkveehouders vrij te stellen van aanvullende milieuregels. Staatssecretaris Martijn van Dam van landbouw, woordvoerders landbouw in de Tweede Kamer en partijen uit de Duurzame Zuivelketen hebben de resultaten op 1 juni, Wereldmelkdag, ontvangen.

Minder, maar hoeveel?

Politiek en agrarische sector zijn het er over eens dat de recente groei van de Nederlandse melkveehouderij onwenselijk is geweest. Maar de meningen verschillen over hoeveel en hoe de sector zou moeten inkrimpen. Het Louis Bolk Instituut heeft acht mogelijke situaties onder de loep genomen. Die varieerden van een groeiscenario (met een grootte van 2 miljoen stuks melkvee) tot een situatie waarbij 500.000 koeien alleen nog voor de binnenlandse markt produceren. Van deze scenario’s zijn de effecten voor de melkproductie, economie, emissies van ammoniak en broeikasgassen, landgebruik buiten Europa en externe maatschappelijke kosten in kaart gebracht. Hieruit blijkt dat de omvang van de melkveehouderij verder teruggebracht moet worden dan waar politiek en sector nu rekening mee houden. Om onder de maximaal toegestane ammoniakuitstoot te komen, zou het aantal melkkoeien teruggebracht moeten worden naar 1,4 miljoen (wat gelijk is met gemiddeld 2,13 GVE per hectare, oftewel ruim 2 koeien per hectare voedergewassen bij gelijkblijvend areaal), ten opzichte van 1,6 miljoen (2015). Bij deze inschatting houden de onderzoekers rekening met een verdere stijging van de efficiëntie in de toekomstige melkveehouderij. De onderzoekers berekenden dat het aantal melkkoeien mogelijk nog verder teruggebracht moet worden om de klimaatdoelstellingen van Parijs te bereiken. Daarnaast zijn maatregelen inzetbaar zoals het ontmoedigen van de consumptie van zuivel (en vlees) en een grotere koolstofopslag in landbouwgronden door aangepast bodembeheer.

Maatschappelijke kosten nemen af

Bij een kleinere melkveestapel dalen de externe maatschappelijke kosten voor bijvoorbeeld humane gezondheidzorg, natuurherstel en bodemdaling. Ook het krachtvoergebruik en het landgebruik daarvoor buiten Europa daalt. Maar de economische waarde van de sector neemt ook af, wat tot lagere inkomens voor melkveehouders leidt. Om dit te ondervangen pleiten de onderzoekers voor eerlijke prijzen: ondersteuning van bedrijven die binnen de milieugrenzen produceren.

Tweesporenbeleid in grondgebondenheid

Om het draagvlak voor de melkveesector niet te verliezen pleiten de onderzoekers voor het invoeren van een norm voor grondgebondenheid om de inkrimping van de melkveestapel te reguleren. Extensieve melkveehouders (minder dan 1,9 GVE per hectare) zouden dan de ruimte moeten krijgen om zonder aanvullende milieuregels te werken. Intensiever werkende melkveehouders zouden daarentegen aantoonbaar moeten voldoen aan de bepalingen voor ammoniak- en broeikasgasemissies.

Lees hier de volledige publicatie.

Bron: Louis Bolk Instituut
Publicatiedatum: