Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Voor niet-melkproducerende bedrijven

Van Dam gaat fosfaatreductieplan aanpassen

Staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken gaat de Regeling fosfaatreductieplan 2017 voor niet-melkproducerende bedrijven aanpassen. Ook gaat hij de definitie van grondgebondenheid gelijk trekken met de definitie bij de fosfaatrechten van 2018 en worden quarantainestallen uitgezonderd van de fosfaatreductieregeling. Van Dam komt daarmee tegemoet aan twee moties van de Tweede Kamer en aan een verzoek van Vee en Logistiek Nederland.



Niet-melkproducerende bedrijven

Uit het overleg met LTO Nederland en LandschappenNL in de afgelopen weken is bij Van Dam de overtuiging ontstaan dat de peildatum van 15 december 2016 in de fosfaatreductieregeling voor een deel van de vleesveebedrijven onbedoeld zwaar uitpakt, omdat de peildatum voor die bedrijven geen reëel beeld geeft van het aantal dieren dat gedurende het jaar wordt gehouden. Van Dam zal daarom voor de niet-melkproducerende bedrijven een alternatief peilmoment in de fosfaatreductieregeling opnemen.

Het gemiddelde aantal GVE waarboven de niet-melkproducerende bedrijven een geldsom opgelegd kunnen krijgen in de maand april, juni, augustus, oktober en december 2017, mag ten hoogste gelijk zijn aan het aantal GVE's op 15 december 2016 of het gemiddeld aantal GVE's in de desbetreffende maand in 2016 (maandreferentie). RVO.nl zal bij het berekenen van de op te leggen geldsom uitgaan van de voor de ondernemer meest gunstige situatie. Met deze voorziening wordt meer rekening gehouden met het normale jaarlijkse productieverloop op vleesveebedrijven.

Hiermee blijft voorkomen worden dat vee van melkproducerende bedrijven buiten de werking van de fosfaatreductieregeling wordt gebracht door verplaatsing naar vleesveebedrijven, en niet leidt tot een afname van de fosfaatproductie. Voor de genoemde categorieën vleesveebedrijven worden hiermee de grootste knelpunten opgelost zonder dat dit ten koste gaat van de effectiviteit van de regeling.

Grondgebonden

Door het hanteren van een gemiddelde forfaitaire fosfaatexcretienorm van 41,3 kilo fosfaat per GVE worden bedrijven met laagproductieve melkkoeien in de fosfaatreductieregeling soms niet gezien als grondgebonden bedrijven, terwijl dat in het fosfaatwetsvoorstel wel het geval zou zijn. In het fosfaatwetsvoorstel wordt bij de bepaling of sprake is van grondgebondenheid gerekend met fosfaatexcretienormen die gerelateerd zijn aan de gemiddelde melkproductie van de melkkoeien op het melkveebedrijf. Bedrijven met relatief laagproductieve koeien zijn daardoor vaker grondgebonden.

Van Dam gaat in de fosfaatreductieregeling een tweede definitie van grondgebondenheid opnemen die is gebaseerd op het fosfaatwetsvoorstel. Uiterlijk 1 april zal de desbetreffende groep melkveebedrijven via de zuivelondernemingen en RVO.nl worden geïnformeerd over de grondgebondenheidstatus en het achterwege blijven van de 4 procent korting op het aantal GVE's op 2 juli 2015. Voor deze bedrijven geldt, net als voor de andere grondgebonden bedrijven, dat zij bij groei sinds 2 juli 2015 moeten voldoen aan de reductiepercentages in de fosfaatreductieregeling. De relatief beperkte afname van de fosfaatreductie bij het doorvoeren van deze voorziening van 0,1 miljoen kilogram moet worden gecompenseerd bij de vaststelling van het kortingspercentage van de fosfaatreductieregeling in de derde periode (juli/augustus).

Quarantainestallen

Vee en Logistiek Nederland heeft aangegeven dat de export van hoogwaardig fokvee wordt belemmerd door de fosfaatreductieregeling. Voordat fokvee kan worden geëxporteerd, wordt het in zogenoemde quarantainestallen gehouden. Deze bedrijven zijn door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) erkend en het fokvee staat gedurende de quarantaineperiode onder toezicht van de NVWA.

Na overleg met Vee en Logistiek Nederland heeft Van Dam besloten om de bedrijven met quarantainestallen uit te zonderen van de fosfaatreductieregeling. Het betreft een groep van circa 37 stallen met een capaciteit van circa 12.000 dieren. Hierbij wordt aangesloten bij artikel 21 van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten, zoönosen en TSE’s, waarin de erkenning van quarantainestallen is geregeld. Hierin wordt als voorwaarde gesteld dat dieren alleen mogen worden geëxporteerd of, indien dit niet mogelijk is, ter slachting worden aangeboden. Hiermee wordt voorkomen dat dieren weer als melkvee in Nederland worden gebruikt.

Bron: Ministerie van Economische Zaken
Publicatiedatum: