Hoera! De biologische sector blijft groeien. Deze week vond het toelatingsonderzoek plaats bij het 5000ste bij Skal Biocontrole geregistreerde bedrijf. Deze mijlpaal wil Skal niet ongemerkt voorbij laten gaan. Ze hebben Marwin en Lobke Hofstede van Erve Loninkwoner daarom flink in de bloemetjes gezet. Ook willen ze graag meer weten over dit bedrijf. Wat is de reden om voor biologisch te kiezen?
Op landgoed Twickel in Twente pachten Marwin en Lobke Hofstede 50 hectare grond. Op dit bijzondere stuk land doen ze al sinds 2008 mee aan het project ‘Boeren voor Natuur’. Door middel van een extensief bedrijfssysteem gaan natuur en landbouw er hand in hand. Een gesloten kringloop is het streven. Dat wordt bereikt door middel van een verbod op aanvoer van mineralen in de vorm van voer, mest of strooisel. En er wordt gewerkt met hogere waterstanden en meer landschapselementen.
Omgaan met landbouwgrond
“Wat nu gangbare landbouw heet, zou je ook chemische landbouw kunnen noemen”, aldus Marwin Hofstede. “We boeren pas een jaar of zestig op deze manier. Wat we biologische landbouw zijn gaan noemen, is de manier waarop we het eigenlijk al duizend jaar doen. Biologisch is dus het eigenlijke ‘gangbaar’”. Nu, zegt de gedreven landbouwer, “worstelen we met z’n allen met de vraag hoe met grond om te gaan”. In het project Boeren voor Natuur gaat hij terug naar hoe we vroeger landbouw bedreven vóór mechanisatie en het kunstmesttijdperk. “Maar vergis je niet,” zegt Hofstede, “ik ben geen geitenwollen sok”. Hij heeft de hogere landbouwschool in Deventer afgerond. “Daar ligt de nadruk vooral op stikstof, fosfaat en kali, terwijl sporenelementen en bodemleven en -processen onderbelicht blijven. Ik wil op mijn bedrijf de bodem centraal stellen. Zo kan ik met een grote diversiteit aan landbouwgewassen het vee ruim in de behoefte voorzien”.
Wat het land te bieden heeft
Een deel van het land van Hofstede ligt in een beekdal en is overloopgebied. De Hagmolenbeek voert mineralen aan en spoelt met hoog water over het inundatieveld. Het gras wat op dit nutriëntenrijke slib groeit, kuilt Hofstede luchtdicht in. Hij laat het volgens de bokashi methode fermenteren met melkzuurbacteriën. “Dit gefermenteerde goed gebruik ik om mijn land te bemesten. Althans, een deel van het land, want er is niet voldoende om alles te bemesten. Het deel dat ik niet bemest, wordt nieuwe natuur”. Bestrijdingsmiddelen gebruikt Hofstede niet. Al het aangekochte zaaigoed is biologisch. Voorheen hield Hofstede schapen. “Daar ben ik mee gestopt. Er is zonder de gebruikelijke mogelijkheden tot bijsturing in het rantsoen geen winst uit te halen. Ik wil ossen gaan houden: 1 dier per hectare. Ossen hebben groei-eigenschappen die meer lijken op die van vrouwelijke dieren en dat past beter bij het voer dat deze grond kan bieden”.
Papieren tijger
Om biologisch uit te kunnen gaan leveren, heeft Hofstede de grond aangemeld bij Skal Biocontrole. Heel ingewikkeld was dat niet. “Natuurlijk werken doe ik al tien jaar. De voorbereiding van de certificering had daarom niet veel meer om het lijf dan het bij elkaar zoeken van de papieren”, aldus Hofstede. Op het land blijft de gang van zaken hetzelfde. “Het is met name een stukje extra administratie en controle”. Wel moet de boer nog een “papieren tijger zien te overwinnen”. Hij moet een ontheffing krijgen voor nieuwe natuur. “Het land waar ik op werk, is immers eigendom van een private organisatie. Ik kan er geen gebruiksrecht op aanvragen. Toch moet er een manier zijn om het Skal-certificaat te combineren met Boeren voor Natuur”.
Bron: Skal