De biosfeer heeft voorrang
Beste ambtenaren, ministers, staatssecretarissen, leden van de Staten-Generaal, Europarlementariërs, maar ook iedereen die niet in de politiek zit.
De Sustainable Development Goals (SDG's) worden de komende twaalf jaar steeds belangrijker. Sterker nog, ze gaan bepalen hoe uw beleid eruit gaat zien. Ik snap dat u het nu nog druk heeft met andere prioriteiten… en dat is nu exact de reden waarom wij als globale gemeenschap voor zulke grote uitdagingen staan momenteel. We schuiven alles steeds maar door, in de hoop dat iemand anders of de volgende generatie het wel even voor ons oplost. Dat kan dus echt niet meer, en wij moeten nu serieus aan de slag. Maar met welk doel moeten we starten?
Tijdens het EAT-congres in Stockholm dat onlangs plaatsvond legden Johan Rockström en Pavan Sukhdev dat haarfijn uit. Wij moeten volgens hen beginnen met de vier doelen die tezamen de toestand van onze biosfeer bepalen: Life on Land (15), Climate Action (13), Life Below Water (14) en Clean Water (6). Volgens deze twee experts kunnen wij pas aan de slag met de overige doelen als de veiligheid van onze planeet is gewaarborgd.
Wat betekent dit voor u als beleidsmaker? Wat voor impact heeft u op de biosfeer? Nou, om gelijk met de deur in huis te vallen: u heeft als politicus en consument een enorme impact door de (beleids)keuzes die u maakt rondom de thema's voeding en landbouw. Even kort samengevat: grootschalige chemische landbouw bedreigt onze bodems, onze wateren en de biodiversiteit, en is daarmee een grote oorzaak van klimaatverandering. Terwijl er ook landbouwsystemen zijn die oplossingen bieden en de biosfeer repareren. Denk bijvoorbeeld aan permacultuur, agroforestry, agroecology en biologische landbouw
Met een mondiaal duurzaam landbouwbeleid kunnen wij niet alleen iedereen voorzien van gezonde voeding, maar kunnen we ook serieuze stappen zetten om klimaatverandering terug te dringen en tegelijkertijd onze bodems, bossen, oceanen en grondwater te beschermen.
Om het even allemaal concreet te maken: afgelopen september was ik in de bossen van Centraal Peru op bezoek bij onze biologische gemberboeren. Het is echt een prachtig berglandschap, met indrukwekkende watervallen en een weelderig groen regenwoud vol leven. Door de rijke bodem en het tropische klimaat is deze regio ideaal voor het telen van biologische gember, maar dan moet je dat wel doen in harmonie met de natuur. Deze biologische helden telen volgens een 1:3 rotatiesysteem, wat in feite betekent dat het land na een jaar gemberteelt weer voor twee jaar wordt teruggegeven aan de natuur, om rust te krijgen. Er wordt door deze groep telers nooit oerbos gekapt, terwijl er in dit gebied helaas op grote schaal ontbossing plaatsvindt. Sterker nog: ze laten aan de lokale gemeenschap zien hoe waardevol de natuur is, en stimuleren meer boeren om op een duurzame manier landbouw te bedrijven. Omdat ze geen kunstmest en pesticiden gebruiken, houden ze de biodiversiteit in stand, en zorgen ze ervoor dat de kwetsbare waterbronnen niet worden vervuild. Ze voeden de bodem met compost, waardoor deze zelfs CO₂ opneemt.
Nu is het niet zo dat deze telers iedere dag opstaan met het doel om de biosfeer te redden. Ze willen gewoon een mooi product telen en daar een goede prijs voor vangen. En dat kan dus allebei. Een win-win-win. En dan hebben wij het nog niet eens over de win voor de medewerkers en de win voor de eindconsument.
De boodschap is eigenlijk niet zo ingewikkeld. Kijk niet alleen naar kortetermijnwinst, hoge opbrengst en lage kosten, maar veel meer naar de impact van nu en morgen op onze biosfeer. Kies zoveel mogelijk voor duurzame voeding, want iedere keer dat u een winkel bezoekt, kunt u een verschil maken. Omdat u met uw portemonnee kunt stemmen voor de wereld die u wilt!
Bron: SDG Nederland