Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
"Meerdere boeren hebben ernstige waarschuwing gekregen"

Reactie Bionext op onderzoek foodwatch naar middelengebruik in pluimveehouderij

Bionext heeft naar aanleiding van het onderzoek van foodwatch de volgende reactie opgesteld:

Voedselwaakhond foodwatch doet belangrijk werk in het controleren van de voedselsector. Dit keer lagen de kippenhouders onder het vergrootglas. Aanleiding was de fipronil affaire. Foodwatch heeft een WOB-verzoek ingediend bij de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) en bij Skal, de organisatie die toezicht houdt bij biologische bedrijven (1).

Transparantie is een groot goed in biologische sector. Skal heeft daarom haar inspectierapporten (geanonimiseerd) vrijgegeven. Deze zijn in te zien op de site van foodwatch. De inspecties die de NVWA doet bij alle pluimveehouders zijn niet vrijgegeven. foodwatch kan daardoor alleen conclusies trekken over biologische pluimveehouders en niet over gangbare pluimveehouders. De conclusie luidde dat minimaal 15 niet toegestane stoffen zijn gevonden bij 60 biologische pluimveehouders.

Bionext, de ketenorganisatie van de biologische landbouw en voeding, neemt dit heel serieus en heeft alle genoemde middelen (2) inmiddels beoordeeld op basis van hun samenstelling, de biologische wetgeving en de algemene wetgeving. Bij het overgrote deel van de aangetroffen middelen blijkt het te gaan om natuurlijke middelen, zoals eucalyptusolie die niet aangemeld waren bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (CTGB) vanwege verschillen in de interpretatie van de regels (3). Er is één stof gebruikt bij acht bedrijven, waarvan geen van de bedrijven de samenstelling had genoteerd. Ook Bionext heeft de samenstelling niet kunnen achterhalen. Dit is niet toegestaan en deze boeren hebben dan ook een ernstige waarschuwing gekregen. Bij twee van deze waarschuwingen kan Skal besluiten dat de eieren niet meer als biologisch verkocht mogen worden. Bij enkele bedrijven blijken middelen te zijn ingezet die bij de gangbare pluimveehouderij wel toegestaan zijn, maar bij biologisch niet. Ook deze boeren hebben een waarschuwing gekregen.

De biologische sector heeft strenge eisen aan de productiemethoden (voor landbouw én voor verwerking van biologische producten), zoals gentechvrij voer en milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen. Daarop wordt streng gecontroleerd. De conclusie van Bionext is dat er onduidelijkheden waren, met name over de inzet van natuurlijke middelen, en dat sinds de fipronilaffaire de regels strenger worden uitgelegd dan daarvoor. Verder is gebleken dat het voor een biologische pluimveehouder ingewikkeld is om te controleren of een middel aan alle regels voldoet. Bionext werkt daarom samen met de biologische pluimveesector en Skal aan een positieve lijst, om te voorkomen dat er middelen ingezet worden die niet toegestaan zijn bij het schoonmaken van biologische bedrijven.

Bionext is opgelucht dat de volksgezondheid niet in het geding is geweest. Bionext zal zich blijven inzetten voor een duurzame biologische voedselvoorziening, met de hoogst mogelijke transparantie.

Bronverwijzing

(1) Alle biologische producenten, zowel boeren als verwerkers, moeten voldoen aan een strenge biologische regelgeving. Deze ligt vast in EU-wetgeving en de Nederlandse overheid is verantwoordelijk voor een goede uitvoering ervan. De overheid/het ministerie van LNV heeft Skal -als onafhankelijke instantie- opdracht gegeven op deze regels te controleren. Biologische pluimveehouders hebben zich aan deze regels te houden en worden hierop dus elk jaar gecontroleerd. Daarnaast gelden alle regels voor de gangbare pluimveehouders, ook.

(2) Overzicht van de aangetroffen middelen – per middel
  • Middelen met CTGB toelating en toegelaten in bio: M50LA, Duramite, Orthomite, Kickstart
  • Middelen die zijn samengesteld uit natuurlijke stoffen, zoals eucalyptusolie en menthololie, die niet op de luis zelf ingrijpen, maar de omgeving minder aantrekkelijk maakt (voor de luis een onaantrekkelijke geur, plakkerigheid). Dit zijn middelen waaraan de biologische sector de voorkeur geeft en waarvan tot voor de fipronil-affaire aangenomen werd dat het vrij toepasbaar was, omdat het niet ingrijpt in de luis zelf. Dega-16, Mentho Boast, Libramite, M50Q, Copper Boast, BCB Koolzaadolie.
  • Middelen wel toegelaten door CTGB, maar niet toegelaten in bio. Bio is strenger dan gangbaar op dit punt: er zitten stoffen in die biologisch niet wenselijk vindt. Biologische pluimveehouders die deze middelen toch gebruikt hebben, hebben een waarschuwing gekregen van Skal. Als bij een volgende controle nogmaals blijkt dat een verkeerd middel gebruikt is, kun je je biologisch certificaat verliezen: Virocid, CID 20, Macrodes, Inciprop, Desbest.
  • Stoffen zonder CTGB-toelating en niet toegestaan in biologisch. Mite-clean (samenstelling onbekend bij Bionext) en Killcox (Dit middel is in Engeland wel toegelaten in de gangbare pluimveehouderij maar in Nederland is nooit een goedkeuring van het CTGB aangevraagd)

(3) Het misverstand bestaat er hier uit dat onschuldige middelen die luizen wegjagen of doden als biocide bij het CTGB aangemeld hadden moeten worden. In theorie zelfs als het om water gaat, als geclaimd wordt dat het ingezet kan worden om de luizen in te verdrinken.
Publicatiedatum: