Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Europese Commissie wil budget GLB met 5% verminderen

De Europese Commissie heeft op 2 mei een voorstel gedaan voor de langetermijnbegroting voor de periode van 2021 tot 2027. Volgens de Commissie is het een eerlijk antwoord op de realiteit van vandaag waarin van Europa een nog grotere rol wordt verwacht in het streven naar veiligheid en stabiliteit in een onstabiele wereld, in een tijd waarin de Brexit een aanzienlijk gat in onze begroting zal achterlaten. Het voorstel moet een antwoord op die dubbele uitdaging bieden door te besparen op de uitgaven en in gelijke mate verse middelen in te brengen. De EU wil de grote bestaande en nieuwe prioriteiten blijven financieren, dus er zal op sommige gebieden wel bezuinigd moeten worden. "Nu er zoveel op het spel staat, moeten we verantwoord te werk gaan. Het begrotingsvoorstel is daarom doelgericht en realistisch", aldus de Commissie in het persbericht:

Met haar voorstel wil de Commissie de nieuwe begroting afstemmen op de politieke prioriteiten van de Unie, zoals die al naar voren kwamen uit de positieve agenda die voorzitter Juncker presenteerde in zijn Staat van de Unie op 14 september 2016 en waarover de leiders van de EU-27 op 16 september 2016 in Bratislava overeenstemming hebben bereikt, en uit de Verklaring van Rome van 25 maart 2017. Doordat zij zich concentreert op de gebieden waar de EU het best geplaatst is om resultaten te boeken, is dit een begroting voor een Europa dat ons beschermt, sterker maakt en verdedigt.

Voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker: "Dit is een belangrijk moment voor onze Unie. De nieuwe begroting is een kans om vorm te geven aan onze toekomst met een nieuwe, ambitieuze Unie van 27 landen die met elkaar verbonden zijn door solidariteit. Vandaag stellen we een pragmatisch plan voor om meer te doen met minder middelen. Economisch hebben we de wind weer wat meer in de zeilen, maar desondanks zijn besparingen op sommige gebieden onvermijdelijk. Voor het eerst zal een rechtsstaatmechanisme borg staan voor een gezond financieel beheer. Zo laten we zien dat we verantwoord omgaan met het geld van de belastingbetaler. De bal ligt nu in het kamp van het Parlement en de Raad. Ik ben ervan overtuigd dat wij moeten streven naar een akkoord vóór de verkiezingen voor het Europees Parlement van volgend jaar.”

Commissaris Günther H. Oettinger, bevoegd voor begroting en personeelszaken: "Dit begrotingsvoorstel gaat werkelijk over de toegevoegde waarde van de EU. We investeren zelfs meer in gebieden waarop één lidstaat afzonderlijk niet alleen kan optreden of waarop samenwerking efficiënter is, zoals onderzoek, migratie, grenscontrole of defensie. Maar we blijven ook traditionele, zij het gemoderniseerde beleidsgebieden financieren, zoals het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het cohesiebeleid, omdat we er allemaal van profiteren als onze landbouwproducten van hoge kwaliteit zijn en regio's met een economische achterstand die achterstand inlopen."

1. Een gerichte begroting: middelen en ambities op elkaar afstemmen
De Europese Unie met 27 lidstaten heeft haar politieke prioriteiten bepaald en moet nu de middelen hiervoor vinden.

De Commissie stelt een totale meerjarenbegroting voor van 1135 miljard euro aan vastleggingskredieten (in prijzen van 2018) [1] voor de periode van 2021 tot 2027, hetgeen overeenkomt met 1,11 % van het bruto nationaal inkomen (bni) van de EU-27 (zie bijlage 2; een algemene factsheet ). Dit niveau van vastleggingen komt neer op 1105 miljard euro aan betalingskredieten (1,08% van het bni) (in prijzen van 2018 [2]). Meegerekend is de integratie in de EU-begroting van het Europees Ontwikkelingsfonds — het belangrijkste EU-instrument voor de financiering van ontwikkelingssamenwerking met landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, tot op heden op basis van een intergouvernementele overeenkomst. Rekening houdend met de inflatie, is dit vergelijkbaar met de omvang van de huidige begroting 2014-2020 (met inbegrip van het Europees Ontwikkelingsfonds).

Om nieuwe en dringende prioriteiten te financieren zal er geld bij moeten komen. Nú investeren in gebieden zoals onderzoek en innovatie, jongeren, de digitale economie, het beheer van de grenzen, veiligheid en defensie zal bijdragen tot welvaart, duurzaamheid en veiligheid in de toekomst. Zo wordt bijvoorbeeld het budget voor Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps verdubbeld.

Tegelijkertijd heeft de Commissie kritisch onderzocht waar besparingen en meer efficiëntie mogelijk zijn. Zij stelt voor de financiering voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het cohesiebeleid enigszins te verminderen – beide met zo'n 5% – om rekening te houden met de nieuwe realiteit van een Unie met 27 lidstaten. Deze beleidsgebieden zullen worden gemoderniseerd om ervoor te zorgen dat zij met minder geld even goede resultaten kunnen neerzetten en zelfs nog met nieuwe prioriteiten rekening kunnen houden. Zo zal het cohesiebeleid een steeds belangrijkere rol gaan spelen bij de ondersteuning van structurele hervormingen en de langetermijnintegratie van migranten.

Dit betekent een verschuiving in de middelen, waardoor er een grotere nadruk komt op de gebieden waar de EU-begroting het grootste verschil kan maken.

2. Een moderne, eenvoudige en flexibele begroting
De EU-begroting is bescheiden in vergelijking met de omvang van de Europese economie en de nationale begrotingen. En toch kan zij echt een verschil maken voor burgers en bedrijven door te investeren in gebieden waar de EU een groter effect kan hebben dan de nationale overheden en waar zij een reële Europese meerwaarde kan bieden. Voorbeelden hiervan zijn grensverleggende onderzoeksprojecten die de beste onderzoekers uit heel Europa samenbrengen, grote infrastructuren of projecten om de digitale transformatie te doen slagen, en initiatieven die de EU in staat stellen haar burgers te beschermen en te verdedigen. Dit is absoluut noodzakelijk in de huidige snel veranderende wereld, waarin Europa wordt geconfronteerd met demografische uitdagingen, instabiliteit in zijn buurlanden en nog veel meer dringende problemen die de nationale grenzen overstijgen.

Daarom stelt de Commissie een moderne, eenvoudige en flexibele begroting voor:

Modern: De nieuwe Unie van 27 landen heeft een nieuwe, moderne begroting nodig, die laat zien dat Europa lering heeft getrokken uit het verleden. Dat betekent nog minder administratieve rompslomp voor begunstigden en beheersautoriteiten dankzij coherentere regels op basis van één regelgeving.En ook duidelijkere doelstellingen en meer concentratie op kwaliteit. Dit maakt het makkelijker om resultaten te monitoren en te meten, en om eventueel wijzigingen aan te brengen.

Eenvoudig: De structuur van de begroting zal duidelijker zijn en beter worden afgestemd op de prioriteiten van de EU. Momenteel worden de middelen gespreid over te veel programma's en instrumenten, zowel binnen als buiten de begroting. De Commissie stelt daarom voor het aantal programma's met meer dan een derde terug te schroeven (van 58 nu naar 37 in de toekomst), bijvoorbeeld door gefragmenteerde financieringsbronnen samen te voegen in nieuwe geïntegreerde programma's en het gebruik van financiële instrumenten radicaal te stroomlijnen, onder meer via het InvestEU-fonds.

Flexibel: Recente uitdagingen, in het bijzonder de migratie- en vluchtelingencrisis in 2015, hebben duidelijk aangetoond dat de huidige EU-begroting niet flexibel genoeg is om voldoende snel en doeltreffend op te treden. De Commissie stelt daarom een grotere flexibiliteit binnen en tussen programma's voor, waardoor de mogelijkheden voor crisisbeheersing uitgebreid worden en een nieuwe "EU-reserve" kan worden aangelegd om het hoofd te bieden aan onvoorziene gebeurtenissen en noodsituaties op het gebied van veiligheid en migratie.

3. De EU-begroting en de rechtsstaat: een goed financieel beheer
Een belangrijke innovatie in de voorgestelde begroting is dat de koppeling tussen EU-steun en de rechtsstaat wordt versterkt. De eerbiediging van de rechtsstaat is een essentiële voorwaarde voor goed financieel beheer en doeltreffende EU-financiering. Daarom stelt de Commissie een nieuw mechanisme voor om de EU-begroting te beschermen tegen de financiële risico's die verbonden zijn aan algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat in de lidstaten. De nieuwe voorgestelde instrumenten zouden de EU in staat stellen de EU-financiering op te schorten, te verminderen of de toegang ertoe te beperken op een wijze die evenredig is aan de aard, de ernst en de omvang van de tekortkomingen. Zo'n besluit zou worden voorgesteld door de Commissie en goedgekeurd door de Raad bij omgekeerde gekwalificeerde meerderheid.

4. Een EU-begroting voor een sterke en stabiele Economische en Monetaire Unie
Een stabiele eurozone is een voorwaarde voor meer banen, groei, investeringen en sociale rechtvaardigheid in de hele EU. In december 2017 heeft de Commissie, als onderdeel van haar routekaart voor de verdieping van de economische en monetaire unie, uiteengezet hoe nieuwe begrotingsinstrumenten binnen het kader van de Europese openbare financiën kunnen worden ontwikkeld ter ondersteuning van een stabiele eurozone en de convergentie met de eurozone. In het nieuwe meerjarig financieel kader worden twee nieuwe instrumenten voorgesteld:

  • Een nieuw steunprogramma voor hervormingen met een totaalbudget van 25 miljard euro, dat alle lidstaten financiële en technische steun zal bieden voor prioritaire hervormingen, met name in het kader van het Europees semester. Bovendien zal een convergentiefaciliteit gerichte steun bieden aan lidstaten die nog niet tot de eurozone behoren, maar die op weg zijn naar invoering van de euro.
  • Een stabilisatiefunctie voor Europese investeringen die de investeringen op peil moet houden bij grote asymmetrische evenwichtsverstoringen. Deze zal van start gaan in de vorm van back-to-back leningen uit de EU-begroting voor maximaal 30 miljard euro, in combinatie met financiële bijstand aan de lidstaten ter dekking van de rente. De leningen zullen extra financiële steun bieden in een tijd waarin de overheidsfinanciën onder druk staan, maar prioritaire investeringen toch moeten worden gehandhaafd.

5. Moderne financieringsmiddelen voor de EU-begroting
Voor nieuwe prioriteiten zijn nieuwe investeringen nodig. Daarom stelt de Commissie voor om die te financieren door een combinatie van vers geld (ongeveer 80%) en herschikkingen en besparingen (ongeveer 20%).

Voortbouwend op de aanbevelingen van de groep op hoog niveau "De toekomstige financiering van de EU", stelt de Commissie voor het bestaande algemene financieringsstelsel van eigen middelen te moderniseren en te vereenvoudigen en de inkomstente diversifiëren.

Nieuwe bronnen ter financiering van de langetermijnbegroting

De Commissie stelt voor om de eigen middelen op basis van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) te vereenvoudigen en een korf van nieuwe eigen middelen in te voeren die is gekoppeld aan onze politieke prioriteiten.

Deze omvat:
  • 20% van de opbrengsten van het emissiehandelssysteem,
  • Een afroepingspercentage van 3% voor de nieuwe gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (gefaseerd in te voeren zodra de nodige wetgeving is aangenomen),
  • Een nationale bijdrage, berekend op basis van de hoeveelheid niet-gerecycled plastic verpakkingsafval in elke lidstaat (0,80 euro per kilo).

Deze nieuwe eigen middelen zullen goed zijn voor ongeveer 12% van de totale EU-begroting en kunnen tot 22 miljard euro per jaar bijdragen aan de financiering van nieuwe prioriteiten.

Kortingen

  • Het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU biedt de gelegenheid om het huidige ingewikkelde systeem van kortingen, en zelfs 'kortingen op kortingen' aan te pakken. De Commissie stelt voor om alle kortingen af te schaffen en het bedrag dat de lidstaten inhouden op de geïnde douanerechten voor de EU-begroting (een van de 'eigen middelen') te halveren van 20% naar 10%. Beide maatregelen maken de EU-begroting eenvoudiger en rechtvaardiger.
  • Om plotse en drastische bijdrageverhogingen voor sommige lidstaten te voorkomen, stelt de Commissie voor om de huidige kortingen geleidelijk af te bouwen over een periode van vijf jaar.

Wat zijn de volgende stappen?

Op basis van de voorstellen van vandaag zal de Commissie in de komende weken met gedetailleerde voorstellen komen voor de toekomstige sectorspecifieke financiële programma's.

Daarna moet de Raad met eenparigheid van stemmen en met instemming van het Europees Parlement een besluit nemen over de toekomstige langetermijnbegroting van de EU. Tijd is daarbij een cruciale factor. De onderhandelingen over de huidige langetermijnbegroting van de EU hebben te lang geduurd. Als gevolg daarvan liepen belangrijke financiële programma's vertraging op en werden projecten met reële mogelijkheden om vaart te zetten achter het economisch herstel uitgesteld.

De onderhandelingen moeten daarom de allerhoogste prioriteit krijgen, en er moet overeenstemming worden bereikt vóór de verkiezingen voor het Europees Parlement en de top in Sibiu op 9 mei 2019. De Commissie zal alles doen wat in haar macht ligt om een snelle overeenkomst mogelijk te maken.

Klik hier voor meer informatie.

Publicatiedatum: