Biologische melkveehouders zoeken steun in Europa
Het argument van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is dat ook de koeien, die op biologische melkveebedrijven worden gehouden, fosfaat produceren en daarmee hebben bijgedragen aan overschrijding van het fosfaatplafond voor de melkveehouderijsector. Daarom is de fosfaatwetgeving ook voor biologische bedrijven van toepassing. Nederland hoopt een nieuwe derogatiebeschikking te verkrijgen voor de periode 2018 tot en met 2021 om extra dierlijke mest te kunnen aanwenden. In dat verband is het fosfaatproductieplafond afgesproken om verontreiniging van grondwater te voorkomen.
Biologische bedrijven dragen structureel niet bij aan die verontreiniging, omdat zij altijd ruim onder de normen van de Europese Nitraatrichtlijn produceren. De biologische melkveehouderij heeft als geheel geen mest- en fosfaatoverschot, er is eerder een tekort aan mest op sectorniveau. Biologische melkveehouders hebben niets aan het verkrijgen van een nieuwe derogatie, terwijl de financiële schade die door de fosfaatwetgeving voor hun bedrijven ontstaat zeer groot is. Zij brengen zes kernpunten in bij de Commissie Milieu. Rode draad is hun verzoek voor plaatsing als categorie buiten de Fosfaatwetgeving zoals dat ook voor andere veehouderijcategorieën gebeurt. Volgens de biologische boeren druist de Nederlandse fosfaatwetgeving in tegen een verordening van de Europese Unie. In Brussel luiden zij de noodklok en stellen zij het ministerie van LNV in gebreke.
Bron: AgriHolland