Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Proef beheersing wortelknobbelaaltjes met grondbemesters

"Rucola zorgt voor reductie in aantal aaltjes na inwerking"

Een zeer krappe vruchtwisseling van tomaat, paprika, komkommer en aubergine in de grondgebonden kasteelt van vruchtgroenten is de voornaamste oorzaak van problemen met wortelknobbelaaltjes. Vooral in gestookte teelten krijgt de bodem nauwelijks tijd om op adem te komen. In een proef zocht PCG naar een vang- of antagonistisch gewas dat de aaltjespopulatie doet dalen.

Mogelijke beheersmaatregelen zoals het gebruik van resistente rassen of bodemontsmetting zijn ontoereikend. Bij bepaalde gewassen zijn inderdaad resistenties aanwezig, maar deze zijn vaak onvolledig. Bovendien is het aangewezen de bodem niet onnodig te verstoren door maatregelen zoals grondstomen, omdat op die manier de natuurlijke afweer uit de bodem verdwijnt. 

Gebruikmaken van een vanggewas of antagonistisch gewas waarbij de populatie aaltjes daalt, lijkt meer aangewezen. Toch zijn dergelijke gewassen niet makkelijk te vinden. Tevens streeft PCG hier naar gewassen met een korte teeltperiode, waarbij snel effect te zien is.

Demonstratieproef

In deze demonstratieproef werden drie verschillende groenbemesters gezaaid en ingewerkt: tagetes, rucola en soedangras. Aangezien deze proef demonstratief aangelegd werd, kan niet met zekerheid aangetoond worden dat er verschillen zijn. Voor soedangras of tagetes is in deze proefopstelling gebleken dat er geen reductie optreedt van het aantal aaltjes in de bodem. Er is een trend dat het gebruik van rucola als groenbemester zorgt voor een reductie in het aantal aaltjes na inwerking. 

Wanneer echter achteraf de symptoomontwikkeling op het wortelstelsel van het opvolgende gewas vergeleken wordt, blijken de braakgelegen bedden het beste te scoren. De gebruikte groenbemesters schijnen in deze proefopstelling geen noemenswaardige meerwaarde te bieden voor de reductie van het ziektebeeld. Een mogelijke verklaring kan zijn dat de geobserveerde reductie van het aantal aaltjes na inwerken van rucola slechts tijdelijk van aard is, of dat er pas een effect optreedt na meerdere toepassingen van deze groenbemester. Ook de negatieve resultaten voor tagetes waren onverwacht, gezien deze reeds lang gekend is voor zijn nematode-onderdrukkende eigenschappen. Ook hier is het mogelijk dat er pas een effect optreedt na meerdere toepassingen, of dat tagetes niet actief is tegen het specifiek soort aaltjes aanwezig in de bodem tijdens deze proefopstelling. Om met zekerheid het effect van de gekozen bodembemesters te besluiten, zou dit nog eens herbevestigd moeten worden in een proef met voldoende herhalingen of in een proef die over verschillende teelten heen loopt.

Bron: CCBT (via BioKennis.org)
Publicatiedatum: