Het wel en wee van een kleine Canadese biologische kasgroenteteler

Meer vraag naar biologische streekproducten creëert kansen voor kleinschalige familiebedrijven in Canada. Toch maken de stijgende arbeids- en energiekosten het voor sommigen ook een uitdaging. De dagelijkse gang van zaken op het biologische teeltbedrijf van de Mans familie in Coaldale, Alberta, is hier een goed voorbeeld van. Ze zijn op de eerste plaats vollegrondstelers maar een paar jaar geleden voegden ze hier biologische kasproductie aan toe en zijn sindsdien een succesvolle leverancier van verse biologische producten aan hun lokale gemeenschap.

Andrew Mans is bij het familiebedrijf verantwoordelijk voor de kasproductie. Hij bevestigt dat de populariteit van biologische streekproducten groeiende is. In hun kas van ruim 4000 m2 telen ze biologische paprika's, tomaten, komkommers en aubergines. Ze verkopen hun producten aan speciaalzaken in Edmonton en Calgary via Galimax, een lokaal handelsbedrijf uit Lethbridge.

Volgens Mans is er op de markt veel ruimte voor zijn producten. "Maar we breiden niet uit om aan de vraag te voldoen. We zijn nu al groter dan we hadden gedacht. We blijven graag klein. We zijn hier niet om groot te worden maar om een goed product te telen." 

En hun grootte heeft bepaalde voordelen. "We telen voor en verkopen aan de lokale markt, zijn volledig onafhankelijk omdat we geen grote winkels of winkelketens bedienen. Hierdoor kunnen we ook naar onze klanten luisteren en een nauwe band met ze hebben. Het maakt ons ook flexibel; we kunnen verschillende rassen in alle soorten maten telen. Dat is zeker een plus."

Een ander belangrijk voordeel van de kleine omvang van het bedrijf is het beheergemak. "Bij deze grootte kan ik de kas zelf beheren. Ook creëert het afwisseling voor onze medewerkers; ze doen niet de hele dag hetzelfde werk maar kunnen schakelen tussen de verschillende taken en gewassen."

Volgens Andrew hebben ze bij Mans vooral lokale werknemers in dienst aan wie ze als kleinschalig bedrijf het hele jaar door werk moeten kunnen bieden. Ze hebben een jaarrond werkprogramma met werk in de kas, op het veld en in het pakhuis.

"Tot nu toe hebben we altijd lokale mensen kunnen vinden, al zijn er recent wat voltijdsmedewerkers vertrokken. Het vinden van de juiste werknemers kan lastig zijn, vooral als je te klein bent om je bij het buitenlandse werkprogramma aan te sluiten. Dit programma is voor ons te kostbaar voor slechts een paar buitenlandse werknemers."

Ook de stijgende minimumlonen maken het voor veel kleinschalige Canadese telers een uitdaging om hun arbeidskosten te beheersen. "Vooral studenten worden te duur voor ons. Daarom is het belangrijk om zo efficiënt mogelijk te werken en goede, geschoolde werknemers te gebruiken. Ze kosten meer, maar kunnen ook efficiënter zijn."

Efficiëntieverhoging is dus een belangrijk onderwerp voor Mans. Niet alleen arbeidsmatig, maar ook qua productie. "Sinds we zijn begonnen, hebben we veel geleerd en zijn we efficiënter geworden. We weten veel meer over het gebruik van de juiste variëteiten en insecten."

Mans teelt volgens Canadese biologische normen direct in de grond met gebruik van veel roofmijten en insecten om ongedierte en ziekten te bestrijden. Ze hebben geleerd om te gaan met veelvoorkomende ziekten zoals meeldauw, bruinrot en botrytis. In de afgelopen 3 jaar zijn er geen natuurlijke bestrijdingsmiddelen gebruikt, maar alleen biologische bestrijding met insecten. 

Voor de teelt in de grond worden Damatex controlesystemen gebruikt om het voedings- en irrigatieschema te optimaliseren. De grond werd al voor de vollegrondsteelt van biologische groenten gebruikt. Over deze goede grond hebben ze de kas gebouwd. "Zo hebben we geen voedingsproblemen en behalen we een goede kwaliteit en productie."

Over hydrocultuur zegt Mans dat dit in Canada voor de biologische teelt simpelweg niet mag. "Ik denk dat dit een goede zet is, maar ik zeg niet dat hydrocultuur goed of slecht is. Ik hou van aquacultuur, maar ik denk dat we het gewoon moeten houden bij wat het is."

Iets dat Mans en veel collega's graag veranderd zouden willen zien, zijn de nieuwe regels met betrekking tot het koolstofbelastingsprogramma in Alberta. Hij zegt dat hun energiekosten zorgwekkend zijn. Het kortingsprogramma dat een deel van de koolstofbelasting compenseert en energie-efficiëntie-investeringsprogramma's zoals Growing Forward 2 zijn volgens hem slechts een druppel op een gloeiende plaat.

Het klimaat van Alberta staat bekend om zijn extreme temperaturen; tot -35ºC in de winter en 40ºC in de zomer. Om hun energie-efficiëntie te verhogen werkt Mans Organics sinds kort met consultants van 360Energy en hebben ze LED's van Lumigrow en Fluence geïnstalleerd voor de stimulering van de kasproductie tijdens de donkere seizoenen.

"Sommige mensen denken dat een biologische kas een goudmijn is. De prijzen zijn wel goed, maar de productiekosten zijn ook hoger dan bij de vollegrondsteelt. Het is een goed bedrijf, maar de marges zijn krap, je moet echt de juiste balans vinden. Voor velen ligt de oplossing in opschalen om winstgevender te worden maar dit is niet onze ambitie. Voor ons is het belangrijk dat we een klein bedrijf zijn, dat mensen weten wie we zijn en het daarom leuk vinden om bij ons te kopen. Ik denk dat dit de juiste weg is voor ons en zie ons de komende tien jaar niet veel groter worden."