Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Jos De Clercq, biologische veehouder:

"Huidige landbouwsysteem is zo fout"

Dier- en milieuvriendelijke veeteelt is geen mythe. Al gaat dat natuurlijk niet vanzelf. De Limburgse bioveeteler Jos De Clercq stelt zichzelf hoge eisen en gaat daarbij verder dan de wetgeving voor bio vereist. Terwijl de wetgeving voor bio alvast normen oplegt met betrekking tot stalinrichting, aantal dieren per hectare, natuurlijk kalven en diergeneeskundige zorgen, kiest Jos er bovendien voor om zijn kalfjes tot een jaar bij het moederdier te laten drinken. En hij past het kringloopprincipe toe: van 'afval' maakt hij hoogwaardig voedsel.



Jos De Clercq is een bioboer in hart en nieren. Momenteel houdt hij 50 Limousin vleesrunderen op 42 hectare land. Dertig hectare hiervan zijn grasland: eigen weiden, weiden met hoogstamaanplant en natuurgebied. Op de overige twaalf hectare teelt hij samen met Koen Meuwis van De Nieuwe Winning spelt en tarwe als bakgraan en gerst als voedergraan. In de rotatie teelt Jos nog grasklaver en Koen teelt aardappelen en groenten.

Hij is dol op zijn Limousin-koeien. De Limousin-koe is in Vlaanderen een beperkt voorkomend ras maar op wereldniveau vind je ze overal: uiteraard in Frankrijk, hun land van oorsprong, maar ook in de VS, Hongarije, etcetera. Jos: "Het is een ras dat af is. De dieren zijn robuust en zelden ziek. Ze zijn ijzersterk: ze doen het goed in de bergen, of met hun voeten in het water, en ze hebben het nooit te koud. Het zijn kuddedieren met zeer goede moedereigenschappen."

Jos aan het woord over zijn visie en zijn bioleven op de Limburgse Natlandhoeve (Sint-Truiden).

"De combinatie van natuurbeheer en biolandbouw is de basis van mijn bedrijf. Mijn koeien grazen in natuurgebied én in hoogstamboomgaarden. De combinatie van fruit en gras is meer dan de som van twee halve teelten. De dieren en het fruit zijn een meerwaarde voor elkaar. Zo vinden de dieren schaduw onder de bomen en zorgen de runderen mee voor de gewasbescherming van het fruit. In pruimen bijvoorbeeld zitten wel eens larven (wormpjes) van de pruimenmot. Gelukkig zijn deze pruimen eerder rijp – ze vallen op de grond en worden door de koeien met wormpjes en al opgegeten. Het volgende jaar zullen er minder pruimenmotten zijn. Koeien zijn dus natuurlijke bestrijders.

Biodiversiteit is een geheel - we hebben alles gewoon nodig. Biolandbouw is hét systeem van landbouw dat het meest rekening houdt met dat geheel. Daarom voel ik mij er zo goed bij: je kan werken met het geheel. Als je ziet dat de bodem weer tot leven komt, de hele voedselkringloop die in de bodem zit, dat leeft, dat kan niet kapot gemaakt worden. Daar haal ik voldoening uit."

Slim gebruik van grond

"Ik vind ons huidige landbouwsysteem zo fout: we zijn veel te veel bezig met eten maken voor de beesten. Er staat 200.000 hectare (gangbare) voedermaïs in Vlaanderen, terwijl landbouw toch dient om mensen eten te geven. Ik wil op mijn grond meer eten voor mensen kunnen produceren.

Dus, hoe werkt het? Mijn koeien grazen op natuurgebied: als die daar niet grazen, blijft het maaisel er op hopen liggen. Dus mijn dieren recycleren dat 'afvalgras' tot hoogwaardig vlees. Als je de kringloop wil sluiten, zou je de mest terug naar het natuurgebied moeten brengen. Maar daar knelt het schoentje: in de vrije natuur geldt het principe dat je de biodiversiteit verhoogt als de graslanden arm zijn, je mag daar dus niet bemesten. Dus heb ik mest over. Die dient dan om mijn akkers te bemesten.

Op de akkers teelt Koen aardappelen en telen we samen spelt en baktarwe voor bloem en brood. En zo is de cirkel weer rond. Die graanakkers worden bemest met afval uit het natuurgebied, dat al gediend heeft als voedsel voor de koeien en dus nu voedsel is voor mijn grond. Het graan wordt gemalen in een historische watermolen in de streek. Het meel en de bloem worden verkocht als biomeel onder het merk ‘Kortweg Natuur’. Met dit project proberen we in de akkervogels te behouden. Dus eigenlijk bak ik brood met afval uit een natuurgebied. Het geeft mij een enorm goed gevoel dat ik dat kan bereiken."

Schoon leven

"Voor mij zit de meerwaarde van de biologisch veeteelt in de levenskwaliteit van de dieren. De dieren worden behandeld als dieren. Ze mogen hun natuurlijke gedragingen ontplooien zoals dat bij hun soort hoort. En ja, ze gaan ook dood, maar ze hebben tenminste een fatsoenlijk leven gehad.

Mijn koeien mogen oud worden. Koeien die meerdere keren gekalfd hebben, zorgen beter voor hun kalfjes. Koeien van 14 jaar oud, met 10 natuurlijke kalvingen, zijn bij mij niet uitzonderlijk. Voor deze sterke dieren is dat een kleine last, zeker omdat hun kalfjes klein zijn en dus gemakkelijk te dragen. Die hoesten eens en ze hebben gekalfd. Allemaal natuurlijke kalvingen dus.

Als er gras groeit en de graslanden niet te nat zijn, zijn de dieren buiten. Dat is de laatste jaren bijna 8 maanden per jaar. Als de dieren op stal zijn lopen ze los in heel ruime ingestrooide stallen.

Het Belgisch Witblauwe ras (BWB) wordt in de biolandbouw vrijwel niet gehouden. Dit ras is gekweekt om zeer intensief te werken. Vrijwel alle kalvingen gebeuren via keizersnede. Een ingreep die in de biolandbouw wel is toegelaten, maar niet als standaardsysteem. De BWB dieren groeien zo krachtig dat ze enkel het beste voeder kunnen gebruiken. De recyclage van ruwe grassen uit natuurgebied is bij deze dieren dan ook maar zeer beperkt mogelijk. Veel dieren van het BWB ras zijn zo sterk geselecteerd op hun bevleesdheid dat ze geen melk meer geven; de kalfjes krijgen dan dagelijks kunstmelk. De topprestaties die van deze dieren wordt gevraagd maakt dat ze gevoelig zijn voor allerhande ziekten, terwijl op mijn bedrijf de veearts maar enkele keren per jaar nodig is."

Korte keten

"In 1995 ben ik gestart met biologisch vleesvee en ik heb resoluut gekozen voor verkoop van vlees via de korte keten. De voedselkilometers van mijn vleespakketten blijven dus beperkt.

Het vlees verkoop ik in kleine voorverpakte pakketten die je thuis kunt invriezen. Je vertrekt van een standaardpakket, en daar kun je zaken in aanpassen. Zo kun je verschillende soorten vlees wisselen of de dikte van de biefstuk bepalen. Je kunt de pakketten ook uitbreiden met een bepaalde soort vlees. Afwisseling van spijs doet eten!

We proberen het vlees steeds in een zo hoogwaardig mogelijke vorm te verkopen. Charcuterie is daar een goed voorbeeld van. Samen met Kurt Sannen van Het Bolhuis en slager Frank Bielen hebben we de charcuterielijn Puur Bio opgezet."

Familiebedrijf

"Mijn bedrijf staat altijd open voor nieuwe initiatieven. Koen Meuwis van De Nieuwe Winning was mijn eerste Landwijzer-stagiair. Hij heeft nu zijn eigen bedrijf kunnen uitbouwen, maar we blijven heel erg met elkaar vervlochten.

Ook mijn jongste dochter Tine, net afgestudeerd, zoekt nu haar eigen plekje op het bedrijf. Ze werkt met verschillende kippenrassen. Ze gaat voor het hele proces: leghennen, kuikens uitbroeden, poeljen kweken en kippen vetmesten. Net zoals mijn bedrijf met het vleesvee en de akkerbouw op een organische manier is gegroeid wil ik haar de kans geven om voor zichzelf een volwaardige bedrijfsactiviteit te laten ontwikkelen."

Voor meer informatie: www.natlandhoeve.be

Bron: Bio Mijn Natuur
Publicatiedatum: