Nieuwe generatie handelsakkoorden
Een woordvoerder van de Europese Commissie liet onlangs in een interview weten dat de overeenkomst de eerste is van een 'nieuwe generatie handelsakkoorden'. "Het akkoord is volwaardig en wederkerig en zal de markttoegang van EU-producten vergemakkelijken en de transparantie en juridische zekerheid verhogen." Tot nu toe heeft de EU een twaalftal derde landen als gelijkwaardig erkend: de Verenigde Staten, Canada, Zwitserland, Japan, Korea, Israël, India, Argentinië, Costa Rica, Australië, Nieuw-Zeeland en Tunesië. Het handelsakkoord zal in juni of juli vrijwel zeker door het Europese Parlement worden goedgekeurd.Tegenstrijdigheid
Een aantal parlementsleden heeft echter bezwaren geuit tegen het akkoord. Hoewel zij niet tegen vrije handel zijn, vinden zij dat het verkleinen van de koolstofvoetafdruk een essentieel onderdeel is van de bio-productie. Als bioproducten per lucht- of zeevracht naar de EU moeten worden getransporteerd heeft dit vanzelfsprekend een grotere impact op het milieu op dan wanneer producten op de lokale markt worden geconsumeerd. De Roemeense Europarlementariër voor Volksgezondheid en Voedselveiligheid, Daciana Sârbu, legt uit dat de lage milieubelasting juist één van de voordelen van bioproducten is, met name wanneer deze lokaal worden vermarkt."Het vervoeren van verse biologische voedingsmiddelen om deze duizenden kilometers van hun productiegebied te verkopen ondermijnt de milieuvoordelen van de bio-teelt", waarschuwt Sârbu. Daarnaast is zij van mening dat de EU bij het sluiten van handelsakkoorden rekening moet houden met economische, maatschappelijke en milieufactoren zodat ander beleid niet in gevaar komt.
"De Europese Commissie zou zich meer in moeten zetten om de bio-teelt in de EU te promoten zodat we beter tegemoet gekomen kan worden aan de groeiende vraag", aldus Sârbu.
Bio-telers zijn het er mee eens dat lokale bio-productie en korte productieketens altijd de voorkeur verdienen maar moeten tegelijkertijd concluderen dat dit niet altijd haalbaar is. "Een aantal van deze producten kan vanwege ons klimaat niet in Europa geproduceerd worden", legt Eric Gall van de Europese Organic Farmers Federation (IFOAM EU) uit. "Het importeren uit landen als Chili maakt het bovendien mogelijk om duurzame land- en tuinbouwpraktijken te verspreiden en zo een bijdrage te leveren aan de verbetering van de omstandigheden van telers in anderen delen van de wereld", voegt Gall er aan toe.
Groeiende vraag
In een reactie op de discussie laat een EU-woordvoerder weten dat er in de EU-regelgeving geen eisen zijn met betrekking tot de koolstofvoetafdruk van bioproducten zijn opgenomen. De Europese Commissie heeft door middel van plattelandsontwikkeling getracht een impuls te geven aan de bio-teelt in de EU maar de vraag maakt een ongekende groei door. Zowel consumenten als het bedrijfsleven vragen steeds vaker om bioproducten en de interne productie kan deze vraag niet volledig dekken. "Er is een gat tussen vraag een aanbod ontstaan dat vooralsnog alleen gedicht kan worden met importproducten", aldus de woordvoerder.Bron: Euractiv