Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Gangbare versus biologische teelt (6/7)

Strijd om phytophthora zet verhoudingen op scherp

Wat zijn nou precies de verschillen tussen gangbaar en biologisch boeren? Zit het vooral in de praktische manier van werken of is het echt een andere 'mindset'? Om dat te horen, te zien én te ervaren ging gangbaar akkerbouwer Jasper Roubos uit Abbenes (Noord-Holland) een ochtend op bezoek bij Henk Klompe en Adri van Nieuwenhuyzen, beide biologisch akkerbouwer in Biddinghuizen (Flevoland). Na een uitgebreide rit langs de velden en een intensieve discussie in de tuin van Klompe, blijkt dat beide 'partijen' veel raakvlakken hebben, maar ook een aantal duidelijke verschillen kennen.

Een netelige kwestie die wat Roubos betreft ook aan de orde moet komen is de phytophthora-bestrijding in aardappelen. Met name in gebieden waar gangbare en biologische boeren dicht bij elkaar zitten, wordt er nogal eens gesoebat over de oorzaak van een phytophthora-infectie. Gangbare boeren verwijten hun biologische
collega's dat ze hun gewas niet snel genoeg doodbranden bij een (heftige) infectie; bio-boeren kunnen hun aardappelen immers niet met chemische middelen beschermen tegen deze agressieve schimmel. Gevolg hiervan is dat gangbare telers (vinden dat ze) meer moeten spuiten en hogere doseringen moeten toepassen om hun gewas schimmelvrij te houden. Dit kan de collegiale verhoudingen flink op scherp zetten.

Volgens Van Nieuwenhuyzen moet het phytophthora-probleem niet alleen op biologische telers worden afgeschoven. "We hebben een gedeelde verantwoordelijkheid om de phytophthora-schimmel zo min mogelijk schade te laten berokkenen. Wij moeten ervoor zorgen dat we gangbare collega's op tijd inlichten over eventuele infectiehaarden op ons land, zodat zij op tijd hierop kunnen reageren. En ook moeten we eventuele haarden op tijd doodbranden zodat de schimmel zich niet explosief uit kan breiden. Aan de andere kant zie ik bij gangbare
telers ook nog genoeg infectiebronnen die niet of onvoldoende bestreden worden, zoals bijvoorbeeld aardappelopslag in tarwe of bieten. En wat ook niet vergeten mag worden: gewassen die flink zijn opgejaagd met stikstof zijn ook gewoon gevoeliger
voor phytophthora. Het is dus niet alleen een probleem van de bio-boer, maar van alle boeren samen. We moeten het samen aanpakken."

De bio-teler zou graag zien dat er meer respect is voor elkaars manier van werken. "Ik zie dat de meeste van mijn gangbare collega's hun werk netjes en met een grote verantwoordelijkheid naar hun omgeving uitvoeren. Ik probeer dat zelf ook te doen en hoop dat mijn collega’s me daarin ook serieus nemen." Klompe erkent dat de hoge ziektedruk van afgelopen jaar wel weer een stevig signaal heeft gegeven om nóg meer werk te maken van phytophthora-resistente of -tolerante rassen. "We hebben inmiddels rassen met een heel hoge resistentiegraad, maar die zijn vaak weer lastig te telen of gewoon niet zo lekker. Het is te hopen dat we de komende jaren een paar rassen tot onze beschikking krijgen die op al die eigenschappen goed
scoren."

Dit artikel maakt deel uit van een groter artikel dat eerder verscheen in Forward Farming, een uitgave van Bayer CropScience SA-NV. Klik hier voor meer informatie over Forward Farming.
Publicatiedatum: