Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Biologische bestrijding Aziatische fruitvlieg geen sinecure

Sinds 2011 hebben kleinfruittelers in Europa te maken met een nieuwe gevreesde plaag: de Aziatische fruitvlieg of Drosophila suzukii. Aangezien er op dit moment nog weinig mogelijkheden zijn deze vlieg biologisch te bestrijden is CCBT-project een project gestart om biologische telers te ondersteunen bij een effectieve aanpak van deze plaag.

Na ei-afleg in rijpende, gezonde vruchten voeden de larven zich met het vruchtvlees wat leidt tot enorme verliezen in productieteelten. Het is belangrijk om ze in een vroege fase op te merken via monitoring. Via vallen met lokstoffen (bijvoorbeeld appelciderazijn) kan worden bepaald of de vliegjes in het perceel aanwezig zijn. Om te bepalen of het fruit zelf geïnfecteerd is, kan er gebruik worden gemaakt van de zouttest waarbij voldoende 'gezonde/verkoopbare' vruchten worden ondergedompeld in een vloeistof van 100 gram keukenzout en 1 liter water. Na 12-24 uur komen de larven boven drijven (Figuur 2). De enige curatieve oplossing is het toepassen van insecticide-bespuitingen. De biologische mogelijkheden zijn echter beperkt.

Belangrijk is ook om een goede teelthygiëne aan te houden. Enkele richtlijnen zijn: een goede koude-keten bewaren, het verdorde of rottende fruit verwijderen uit het perceel en fruitafval vernietigen. Dit kan door het te begraven, verbranden of het toepassen anaerobe fermentatie.


V.l.n.r.: Vuile framboos: vanwege de hogere vochtigheid bleven de blaadjes plakken op de vrucht en ontstond hierdoor verdorring/schimmel; Val met appelciderazijn; Zoutproef bij rode bes.

Innetten werkt

Binnen dit project wordt er gefocust op een relatief nieuw aspect binnen de Vlaamse tuinbouwsector: 'het preventief innetten van de aanplanting'. Er werden op twee bedrijven demo's aangelegd.

Zowel onder het net als er buiten werden er vallen geplaatst. Onder het net werd er 80% minder gevangen dan erbuiten en ook de zouttesten toonden geen infectie aan onder het net. Het klimaat onder het net was wel minder goed. Vooral bij tunnelconstructies liep de vochtigheid hoog op waardoor de vruchten niet snel genoeg opdroogden en er veel 'vuile' vruchten geoogst werden (blaadjes bleven 'plakken' op de vrucht). Grotere constructies (regenkappen) gaven geen problemen. Bij een 2e poging (2016) werden de plastic zijkanten van de tunnels verhoogd en werd er meer net gebruikt waardoor er meer verluchting was en het klimaat verbeterde. Naar werking tegen D. suzukii bleek dit even effectief.

Als je je perceel wil gaan innetten tegen D. suzukii hou je best rekening met de volgende richtlijnen:
  • De optimale maaswijdte van het net moet klein genoeg zijn (minimum 1 zijde kleiner dan 0.8 mm) en voldoende licht- en luchtdoorlatend zijn. Er werd gekozen voor het Ornata net (Howitec, 0,77 x 1,02 mm). Dit net laat 70% van het fotosynthese licht door en de rechthoekige mazen zorgen voor meer luchtcirculatie en dus een beter klimaat.
  • Net een zo groot mogelijke oppervlakte in en zorg voor voldoende verluchting langs de zijkanten.
  • Net op tijd in voor de eerste vruchten rijp zijn. Zo net je geen populatie vliegjes mee in en kan je plaagvrij aan je teelt beginnen.


Bron: BioKennis.org

Publicatiedatum: