"Natuurinclusieve landbouw wordt vaak opgevat als statisch begrip: iets is wel of niet natuurinclusief", zegt Anne van Doorn van Wageningen Environmental Research (Alterra) en eerste auteur van de publicatie. "Maar beter is het om het op te vatten als richting voor een zoektocht, voor de transitie die nodig is om agrarische bedrijven ecologisch robuust te krijgen voor de toekomst". Kern is dat de landbouw wordt bedreven als werken aan en in een levend ecosysteem en niet als een voedselfabriek. Natuurinclusieve landbouw moet leiden naar een landbouw die hoogwaardig en veilig voedsel oplevert, die het milieu minder belast én zorgt voor verbetering van biodiversiteit op het boerenland én de belevingswaarde van het agrarisch landschap verhoogt. Dat is zeer veelomvattend en niet in één stap te bereiken, maar vergt een lang proces waarin elke stap weer iets beters oplevert dan de vorige. Brede betrokkenheid is noodzakelijk: steun is nodig vanuit de landbouwsector, vanuit het beleid en vanuit de rest van de samenleving, tot en met de consumenten.
Ontwikkeling in de landbouw
De huidige Nederlandse voedselproductie is het resultaat van een grootse ontwikkeling die de landbouw de afgelopen pakweg 100 jaar heeft doorgemaakt: mechanisatie, gewasbescherming, specialisatie en intensivering hebben de productiviteit opgestuwd tot een niveau dat nergens anders in de wereld wordt gehaald. Dat mede dankzij meer dan 100 jaar wetenschappelijk landbouwkundig onderzoek. Nu zien we in dat we daarin zijn doorgeschoten: in hun Kamerbrief over de voedselagenda stelden staatssecretaris Dijksma (EZ) en minister Schipper (Volksgezondheid) in 2015 vast dat de huidige voedselproductie en consumptie ecologisch niet houdbaar is.Tegen deze achtergrond is het niet vreemd dat de natuurinclusieve landbouw ook een ontwikkeling moet doormaken: het onderzoek naar meer natuurinclusieve teeltmethoden begint pas. Daarin komt regelmatig de vraag op in hoeverre landbouwproductie en zorg voor natuur wel kúnnen samengaan: gaat het in de landbouw om alleen om algemene soorten of is er ook plek voor bijzondere natuur?
Proberen, leren, doelen bijstellen
Ook voor beleid is het een zoektocht. Zo is het de vraag of het vigerend beleid, zoals de mestwetgeving, het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het subsidiestelsel voor agrarisch natuurbeheer steun of hinderpaal is voor een ontwikkeling naar natuurinclusieve landbouw. "Hier moeten onderzoek en praktijk samenwerken", zegt Anne van Doorn. "Het gaat om proberen, leren, doelen bijstellen. Voor elke sector zal dat proces anders uitpakken. Een interessant voorbeeld van zulke samenwerking is het zogenaamde Living Lab Friesland, waar boeren, burgers en onderzoekers elkaar stimuleren bij het ontwikkelen van een meer natuurinclusieve landbouw." Klik hier voor de hele brochure.
Bron: WUR