Uit Amerikaans onderzoek is gebleken dat verschillende leeftijdsgroepen andere opvattingen hebben over biologische producten en GMO's. 61 procent van de volwassenen onder de 30 zegt dat biologische voedingsproducten beter zijn voor de gezondheid dan conventionele voedingsproducten, net als 57 procent van de volwassenen tussen de 30 en 49. Maar 45 procent van de mensen ouder dan 65 denken dit.
48 procent van de volwassenen tussen 18 en 29 zeggen dat voedingsproducten met GMO's slechter zijn voor de gezondheid dan producten zonder GMO's. In de generatie van 65+'ers is maar 29 procent het hiermee eens.Jonge volwassenen verwachten ook vaker dat GMO-producten slecht zijn voor de gehele bevolking. Volwassenen tussen 18 en 29 zijn het hier vaker mee eens dan volwassenen boven de 65 (21 procent, 8 procent). Hetzelfde geldt voor de overtuiging dat GMO-producten voor milieuproblemen zullen zorgen (25 procent, 9 procent).
Volwassenen onder de 30 verwachten echter ook vaker dan 65+'ers dan GMO's positieve effecten kunnen hebben. 30 procent zegt dat GMO-producten kunnen helpen om voedsel betaalbaar te maken en het wereldwijde voedselaanbod te verbeteren.
Meer jongvolwassenen dan ouderen eten vegetarisch of veganistisch. 12 procent van de volwassenen tussen 18 en 49 doen dit, en maar 5 procent van de 50+'ers. Consumptiepatronen zijn echter vrij gelijk. 71 procent van de volwassenen onder de 50 en 64 procent van de volwassenen boven de 50 hebben minstens één keer biologische producten gekocht afgelopen maand. In beide groepen eet ongeveer 40 procent deels of compleet biologisch. 47 procent van de volwassenen onder de 50 en 41 procent van de volwassenen boven de 50 hebben GMO-vrije producten gekocht afgelopen maand.
Bron: Pewresearch
Bron: Pewresearch