Hormoonverstorende stoffen forse kostenpost Europa

Hormoonverstorende stoffen, die op allerlei manieren ons leven binnendringen, kosten de Europese gemeenschap jaarlijks tussen de 48 en 220 miljard euro. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit van Utrecht, gedaan in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

De onderzoekers analyseerden eerdere studies over de mogelijk schadelijke gevolgen van blootstelling aan hormoonverstorende stoffen. Dat resulteerde in een overzicht van meer dan 80 ziektes verdeeld over 6 categorieën, waaronder diabetes, obesitas, ADHD, verlies van IQ, onvruchtbaarheid en teelbalkanker. Het gaat om stoffen als dioxinen, DDT en PCB's, die wel verboden en 'uitgefaseerd' zijn, maar nog niet uit het milieu verdwenen. Andere stoffen worden nog volop geproduceerd, zoals weekmakers en bisfenol A.

In het meest pessimistische scenario kosten deze hormoonverstorende stoffen op tot 288 miljard euro, in het meest positieve geval bedragen de kosten 46 miljard euro. Rond de causaliteit van de hormoonverstorende stoffen en de impact op de gezondheid wordt fors gediscussieerd. Zowel op wetenschappelijk niveau als door bedrijven met economische belangen. Het onderzoek doet geen uitspraken over deze causaliteit.

Lees hier het volledige rapport.