Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Gemiddeld een 9 voor algemene bodemleven in Nederlandse tuinen

Pissebed vaakst geziene 'bodemschatje'

Op Bodemdierendag zijn er meer dan 10.000 'bodemschatjes' gemeld in Nederlandse tuinen. De pissebedden staan aan kop. (Groene) tuinen kunnen dus een belangrijke rol spelen voor de algemene bodemdieren in stad en dorp. Samen met het Centre for Soil Ecology organiseerde het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) dit jaar een bijzondere Dierendag! Een paar duizend mensen gingen op zoek en bijna 300 plekken verspreid over het hele land werden 'grondig' onderzocht.

Het zijn geen opvallende vogels of kleurige vlinders... Toch kregen de bodemdiertjes ditmaal de aandacht die ze verdienen. Speciaal voor het internationale Jaar van de Bodem was Dierendag omgedoopt tot Bodemdierendag. "Veel enthousiaste mensen, vaak hele gezinnen, hebben hun eigen tuin op bodemdieren onderzocht. In totaal werden daarvan 287 tuinen, parken, groene daken en balkons gemeld", zegt bodemdierenkenner Gerard Korthals van het NIOO en het Centre for Soil Ecology. Zondag 11 oktober – een week later – maakte het radioprogramma Vroege Vogels de resultaten bekend.



Van al het bodemleven zijn de pissebedden in de meeste tuinen gesignaleerd. Zij gaan dus aan kop als 'bodemschatjes', op de voet gevolgd door spinachtigen en regenwormen. Kevers en miljoenpoten komen niet zo veel voor onder de waarnemingen - mollen zie je bijna niet in levende lijve. Korthals: "De meeste van de algemeen bekende bodemdieren zijn vaak gezien. Voor deze dieren kunnen tuinen dus een belangrijke rol spelen in de (stads)natuur."

Uitslag bodemdieren:

Pissebed – in 94% van de tuinen
Spinachtige – in 93% van de tuinen
Regenworm – in 91% van de tuinen
Huisjesslak – in 85% van de tuinen
Naaktslak – in 82% van de tuinen
Mier – in 72% van de tuinen
Duizendpoot – in 61% van de tuinen
Kever – in 49% van de tuinen
Miljoenpoot – in 39% van de tuinen
Mol – in 7% van de tuinen

De onderzochte tuinen krijgen gemiddeld een 9 voor het aanwezige algemene bodemleven. Het rapportcijfer is gebaseerd op aantal meldingen en diversiteit (van de hoofdgroepen bodemdieren). De overgrote meerderheid is halfgroene of groene tuin, maar er kwamen ook een paar balkons, parken, bestrate tuinen en groene daken binnen. De groene tuinen halen niet onverwacht het beste cijfer. Maar dat bestrate tuinen en zelfs balkons nog redelijk tot goed scoren, is verrassend. Wel lager dus, vooral doordat er minder dieren per hoofdgroep zitten. "Maar deze rapportcijfers gaan alleen over de algemene bodemdieren", waarschuwen Korthals en collega-bodemdierenexperts Ron de Goede van Wageningen UR en Matty Berg van de Vrije Universiteit. "Naar het voorkomen van de zeldzamere soorten zijn we nog heel benieuwd."

Rapportcijfers tuintypen (diversiteit algemene hoofdgroepen bodemdieren):

Groene tuin: 9,1
Park: 9,0
Halfgroene tuin: 8,8
Bestrate tuin: 8,5
Groen dak: 7,6
Balkon: 7,0

Gemiddeld: 9

Groene daken kunnen waarschijnlijk nog wel een beetje hulp gebruiken. "De paar daken die binnenkwamen scoren aardig, maar niet zo goed als (even)groene tuinen op de begane grond. We zouden graag meer waarnemingen krijgen om hier verder naar te kijken", hint Korthals.

In Nederland vinden al veel verschillende (tuin)tellingen plaats, maar voor bodemdieren in het algemeen en dus met zo'n brede scope was dit de eerste keer. Mensen konden meedoen door alleen de hoofdgroepen te tellen, maar bijna de helft van de tuinen zijn ook gescoord op de selectie soorten voor liefhebbers. Want het is niet 'de' pissebed: nee, je hebt in Nederland wel 39 soorten. Zo zit het ook bij regenwormen en andere bodemdieren. Alleen de mol is 'de' mol.

Alle soorten op de speciale Bodemdierendag-zoekkaart zijn ook daadwerkelijk ergens herkend. Sommige heel vaak, maar bijvoorbeeld de Clausilia-slakjes maar 11 keer en de grote glimworm maar zes maal. Bijzondere vondsten die mensen daarnaast nog melden, lopen uiteen van hazelworm en springstaarten tot 'iets harigs'. Maar heel veel bodemleven is te klein om op te vallen.

Op www.bodemdierendag.nl kan iedereen nu verder graven in de resultaten via kaartjes en knoppen: wat is waar gevonden, hoe zit het bij mij in de omgeving? Het bodemleven is onmisbaar voor een gezonde bodem. Zonder dat rijke bodemleven geen vruchtbare bodem, geen gezuiverd water, geen stoffen voor onze kleding en onvoldoende voedsel bijvoorbeeld. In één handje grond zitten al meer bodembewoners dan het totale aantal mensen op aarde.

Het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) organiseerde de Bodemdierendag samen met het Centre for Soil Ecology van het NIOO en Wageningen UR. Bodemdierenexperts van NIOO, Wageningen UR en Vrije Universiteit Amsterdam verzorgden de wetenschappelijke basis en stelden de zoekkaart samen. VARA's radioprogramma Vroege Vogels zond live de zoektocht naar bodemdieren uit, en nu de resultaten.
Publicatiedatum: