Volgens Kees is het belangrijkste aspect van het bereikte akkoord dat voorkomen is dat de biologische sector gestraft zou worden voor minimale hoeveelheden residuen op producten, veroorzaakt door de omgeving. "Diverse landen hebben zich hier sterk voor gemaakt en gaven aan dat ze hoog en laag konden springen, maar dat deze regel niet in de nieuwe wetgeving mag komen. De biologische tuinder en boer moet niet het slachtoffer worden als hun gewassen vervuild worden buiten hun toedoen. Dit mag niet op het bordje van de tuinder komen. Daarom hebben we vanuit de biologische sector gepleit voor het behoud van de procesbenadering. De vraag is nu alleen hoe we dit kunnen harmoniseren binnen de EU. Dat is de inzet voor de komende maanden."
Kees op de BioVak 2013, toen ook nog actief als voorzitter van Biohuis.
Vanuit de biologische sector werd ook gepleit om vast te houden aan de jaarlijkse controles. "Dit is helaas niet gelukt. De ministers hebben er 2,5 jaar van gemaakt. Het kan natuurlijk zijn dat het Europees Parlement er anders over denkt. Dat hopen we dan ook, omdat regelmatige controles essentieel zijn voor het consumentenvertrouwen en we de ondernemers in de bio-branche scherp willen houden. Hier zullen we ons de komende maanden dus sterk voor maken."
Volgens Kees is in het voorstel van de Commissie dat er nu ligt bijna alles teruggebracht naar de oude situatie. "En dan aangevuld met lichte verbeterpunten. Er ligt nu een realistischer compromis dan in eerste instantie het geval was. Hierdoor is de kans kleiner dat boeren zullen afhaken en kunnen toetreders er makkelijker bij komen."
Dit akkoord betekent nog lang niet het eind van de herziening van de wetgeving. "De komende tijd is het belangrijk om vooral vanuit de biologische sector verbeterteksten aan te leveren. Zo willen we de bestaande kennis binnen de branche overbrengen."Kees erkent dat in zijn nieuwe rol als voorzitter van COPA-Cogeca werkgroep voor biologische landbouw, zijn invloed wat groter is geworden. "Ik kan alle overleggen nu nog makkelijker volgen en zit in deze rol nog dichter op de documenten. Ook heb ik nauw contact met schaduwrapporteurs en kan ik deelnemen aan conferenties met ministers. Het is een hele eer dat ik namens de 250.000 biologische boeren in Europa mag spreken. Ik ben vooral op pad om het werk voor hen makkelijker te maken. De gevolgen van alle inspanningen zullen we echter pas over 5 tot 7 jaar merken."
In IFOAM-EU Farmers Group heeft Kees meer een rol op afstand. "De IFOAM maakt zich sterk voor specifiek de biologische landbouw, COPA behartigt ook de belangen voor de reguliere boeren. Wel kan ik in mijn rol de inhoud van de IFOAM EU verbinden aan COPA-Cogeca. De lobby vanuit de biologische sector wordt hiermee sterker en we hebben nu gemerkt dat dit werkt. Ook kan ik COPA-voorzitter Albert Jan Maat rechtstreeks informeren over belangrijke zaken, hij heeft veel contact met landbouwcommissaris Phil Hogan."
Dijksma
De biologische sector mag volgens Kees blij zijn met de inzet die staatssecretaris Dijksma heeft getoond. "Dijksma heeft de 'bozige rol' gespeeld in dit hele proces en dat heeft ze heel goed gedaan. Daar zijn we heel tevreden over. De staatssecretaris heeft onze input gebruikt, voor het lobbycircuit zaten we daardoor in een goede positie."Voor meer informatie: cvanzelderen@home.nl