Je krijgt deze pop-up te zien omdat dit de eerste keer is dat je onze site bezoekt. Krijg je deze melding altijd te zien dan heb je je cookies uitstaan en zullen die blijven verschijnen.
U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).
Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken. Bedankt!
Je ziet deze popup omdat dit de eerste keer is dat u de site betreed. Als u dit bericht blijft krijgen zet dan alstublieft uw cookies aan
Vlaanderen: versoepeling gebruik niet-biologisch veevoeder vanwege droogte
Door de droogte tijdens het voorjaar en de zomer van 2018 kunnen bio-landbouwers of landbouwers in omschakeling een versoepeling aanvragen voor het beperkte gebruik van niet-biologische veevoeders. Deze noodmaatregel is van kracht tot 30 juni 2019.
Bij goedkeuring van de aanvraag mag de landbouwer op zijn landbouwbedrijf meer veevoeder, afkomstig van het eerste jaar omschakeling (aangemeld voor 1 juli 2018 bij en onder controle van een controleorgaan voor biologische productie), gebruiken. Dit kan tot maximaal 40% van de totale verbruikte hoeveelheid kg droge stof voeder op jaarbasis op zijn bedrijf, en enkel gedurende de periode waarvoor hij expliciet toestemming heeft ontvangen van Departement Landbouw en Visserij. Deze uitbreiding geldt voor alle veevoeders, ook voor voederbieten en mais.
Om de ontheffing aan te vragen, kunnen landbouwers het formulier ‘Aanvraag gebruik niet-biologisch veevoeder – uitzonderlijke klimatologische omstandigheden 2018’ gebruiken. De landbouwer bezorgt dit formulier aan zijn controleorgaan. Het controleorgaan onderzoekt de aanvraag en brengt een advies daarover uit, uiterlijk 14 dagen na de ontvangst van de aanvraag én ten laatste op 15 oktober 2018, aan het Departement Landbouw en Visserij. Landbouwers kunnen het formulier dus best tijdig doorsturen naar het controleorgaan. Het Departement Landbouw en Visserij brengt de landbouwer, binnen zeven dagen volgend op de ontvangst van het advies, schriftelijk op de hoogte van de beslissing.
Om in aanmerking te komen voor een toestemming voor het gebruik van niet-biologische diervoeders, moet de landbouwer volgende voorwaarden vervullen:
het landbouwbedrijf is gelegen in het Vlaamse gewest;
tijdens het voorjaar en de zomer 2018 hebben één of meerdere percelen van het landbouwbedrijf niet de verwachte hoeveelheden veevoeder opgeleverd;
de landbouwer heeft voldoende inspanningen geleverd om bovenvermelde verliezen te compenseren door het volgende voor te leggen:
bewijs van contacten met minstens drie potentiële leveranciers van (2e-jaars omschakelingsvoeder of biovoeder) of
bewijs van registratie op de website van BioForumVlaanderen, waarbij de landbouwer aantoont dat het aanbod op de website niet toereikend is.
ondanks bovengenoemde inspanningen is de hoeveelheid biologisch veevoeder, veevoeder afkomstig van percelen in het tweede jaar van omschakeling in combinatie met maximaal 20% begrazen of de oogst van percelen blijvend grasland, blijvende voedergewassen of eiwithoudende gewassen van eigen percelen in eerste jaar van omschakeling die op het bedrijf zelf geproduceerd kan worden, ontoereikend om het biologische vee gedurende de komende winterperiode naar behoren te voederen;
de landbouwer gebruikt het voeder afkomstig van percelen in het 1ste-jaar-omschakeling enkel gedurende de periode waarvoor hij expliciet toestemming heeft ontvangen van het Departement Landbouw en Visserij en deze hoeveelheid voeder bedraagt maximaal 40% van de totale hoeveelheid verbruikt voeder op jaarbasis voor het betrokken landbouwbedrijf;
de landbouwer heeft de toestemming aangevraagd via het formulier ‘Aanvraag gebruik niet-biologisch veevoeder – uitzonderlijke klimatologische omstandigheden 2018’ en de goedkeuring daarvan ontvangen;
de landbouwer houdt alle gegevens die deze aanvraag kunnen staven ter beschikking en bezorgt deze op aanvraag aan het controleorgaan of aan het Departement Landbouw en Visserij;
bij de volgende controle beschikt de landbouwer over aankoopfacturen en “bio-certificaat” van de leverancier van producten waarvoor deze ontheffing geldt.